HBO'ers zeer gewild op de arbeidsmarkt
375.000 hogeschoolstudenten storten zich vanaf deze week aan op nieuwe studiejaar. De HBO-monitor 2006 heeft onderzoek gedaan naar hun arbeidsperspectieven. De uitkomsten zijn buitengewoon rooskleurig. Van alle hbo-studenten die in het studiejaar 2004-2005 afstudeerden, had 95,9% eind 2006 een passende functie gevonden. Een jaar daarvoor lag dat percentage 0,5% lager. Opvallend is dat de werkgelegenheid onder afgestudeerde leraren basisonderwijs juist afnam. De kansen van leraren in het voortgezet onderwijs verbeterden wél. In de techniek (2,1 %) en in de gezondheidszorg (2,7%) zijn de werkloosheidspercentages het laagst. In de kunstensector is het werkloosheidspercentage hoger dan in andere sectoren (12,3%), maar ten opzichte van het jaar daarvoor (18,3%) was er sprake van een scherpe daling.
Het onderzoek is gebaseerd op de ondervraging van 20.700 hogeschoolstudenten die in het studiejaar 2004-2005 zijn afgestudeerd. Onderdeel daarvan was de vergelijking van Nederlandse afgestudeerde HBO'ers met Oostenrijkers, Duitsers, Zwitsers en Vlamingen. Daaruit blijkt dat het Nederlandse onderwijs 'zeer competentiegericht' is, wat inhoudt dat er veel nadruk wordt gelegd op groepsopdrachten en stages, in tegenstelling tot theorieën, paradigma's, hoorcolleges en schrijfopdrachten. 87% van de ondervraagden is tevreden met de verhouding tussen theorie en praktijk. Met een gemiddelde zoekduur na afstuderen van 1,3 maanden vinden Nederlandse en Oostenrijkse afgestudeerde HBO'ers het snelst werk.
Tot slot is de gemiddelde Nederlandse student minder gedreven dan zijn buitenlandse collega. Hij maakt het minste studie-uren per week, verricht het minste extra werk om tentamens te halen en doet het minst zijn best om de hoogst mogelijke cijfers te halen. Ook vinden minder Nederlandse studenten hun opleiding veeleisend dan in de omringende landen het geval is.