Nederland arresteert Filippijnse communistenleider
De Filippijnse communistenleider Jose Maria Sison (68), die in de jaren tachtig naar Nederland vluchtte, heeft volgens justitie vanuit ons land opdracht gegeven voor bloedige moordaanslagen op de Filippijnen. Hij werd daarom gisteren in zijn woonplaats Utrecht gearresteerd door het team internationale misdrijven van de nationale recherche. Hij zal in Nederland worden vervolgd voor de liquidaties van zijn voormalige medestanders Romulo Kintanar en Arturo Tabara.
Door de arrestatie van de communistische oppositieleider komt er hoogstwaarschijnlijk een voorlopig einde aan het vredesoverleg tussen het Nationaal Democratisch Front (NDF) en de Filipijnse regering. De aanklachten tegen hem zijn volgens zijn partij ''pure verzinsels''.
De NDF geldt als politieke arm van de maoïstische opstandelingenbeweging Bagong Alyansang Makabayan (Bayan). Secretaris-generaal Renato Reyes van Bayan verklaarde vanochtend tegen de Filipijnse televisiezender GMA dat de arrestatie en de invallen in kantoren van de NDF ''een grove aanval zijn op de burgerlijke vrijheden van deze mensen''.
De regering van de Filipijnse presidente Gloria Arroyo zou volgens Bayan achter de actie van de Nederlandse autoriteiten steken. ''De arrestatie is vermoedelijk gedaan met medeweten van de Arroyo-regering die de vredesgesprekken wil saboteren. Het is zeer waarschijnlijk dat de regering-Arroyo de laatste nagel in de doodskist heeft geslagen van de vredesgesprekken met de NDF. De Filipijnse regering heeft lang gestreefd naar het vastzetten van Sison en het stopzetten van het vredesproces.''
De communistenleider woont sinds 1987 in ons land. Overigens staat Sison al sinds 2002 op de terreurlijst en wordt zijn bijstandsuitkering bevroren.