'Geen werk voor vier op de tien in bijstand'
Vier op de tien mensen in de bijstand kan momenteel niet aan de slag in een betaalde baan of via gesubsidieerd werk. Door onder meer fysieke of psychische belemmeringen en een hoge leeftijd blijven voorlopig ongeveer 123.000 personen langdurig aangewezen op een bijstandsuitkering.Dat blijkt uit de vandaag gepubliceerde inventarisatie die de vereniging van directeuren van sociale diensten (Divosa) jaarlijks uitbrengt. Het betekent een lichte verbetering te opzichte van vorig jaar. Toen verwachte Divosa nog dat de helft van de mensen in de bijstand nooit aan de slag zou komen.
Het aantal mensen dat afhankelijk is van de bijstand is gedaald van 328.000 eind 2005 tot 302.000 eind vorig jaar. Met de aantrekkende economie is dit aantal nog afgenomen tot 297.000 dit voorjaar.
Gemeenten zijn door de invoering van de Wet werk en bijstand in 2004 financieel verantwoordelijk voor het sociale vangnet. Sindsdien zijn lokale overheden strikter gaan selecteren aan de poort en worden meer mensen aan een baan geholpen. Maar vooralsnog gaat de meeste aandacht uit naar de meest kansrijken op de arbeidsmarkt.
Momenteel geldt volgens de sociale diensten dat circa 30 procent, ofwel 87.000 mensen, in de bijstand binnenkort gewoon aan het werk zal komen. Een even grote groep kan met subsidies aan werkgevers en gesubsidieerde arbeid, bijvoorbeeld via de sociale werkplaats, aan de slag. Maar dan blijft nog circa 40 procent, ongeveer 123.000 mensen over.