Vlamingen schelden vrij braaf

Rob (R@b)
Uit het deze maand verschenen Groot Scheldwoordenboek van de Vlaamse auteur Marc De Coster blijkt dat Vlamingen 'brave kloten' zijn als het op schelden aankomt. In het boek beschrijft de auteur 2.500 schimpwoorden, alfabetisch geklasseerd: van apenkont tot zweefteef.

Wie het scheldwoordenboek leest, komt tot het besef dat Nederlanders en Vlamingen heel creatieve taalgebruikers zijn als het op schimpen en spotten aankomt: achterlijke gladiool, kwallebal of bijvoorbeeld zoutzak.

Duitsers daarentegen zijn bij het schelden erg gefixeerd op hun aars. Ze kennen een eindeloze serie woorden met vooral 'arsch' maar ook 'scheisse' en 'dreck'. Ook de Fransen zitten in de anale sfeer. Zij kennen wel zeventig manieren om iemands achterste te benoemen.

Zuid-Europeanen gooien er vooral gewelddadige seksuele verwensingen aan de hele vrouwelijke kant van de familie uit. Je vrouw, je zus en vooral je moeder moet het ontgelden als ze de pik op je hebben. Iemands moeder in scheldwoorden benoemen om losbandig gedrag is het ergste wat denkbaar is. 'Hijo de puta' (hoerenzoon) bijvoorbeeld. De moeder is een heilige en haar voor een hoer uitmaken is een gruwelijke belediging.

Amerikanen krijgen bijna geen drie zinnen na elkaar gezegd zonder 'son of a bitch' en vooral 'motherfucker'. In het Nederlandse vocabulaire worden 'hoerenzoon' en 'moederneuker' weinig gehoord.



Voor wie zijn scheldvocabularium wil opkrikken