Problemen sneeuwval pas vrijdag voorbij

Redactie
Icoon WeerDe verwachte problemen door zware sneeuwval zullen pas vrijdag overdag voorbij zijn. Dat heeft het KNMI donderdagochtend gemeld. In het uiterste zuiden van het land is donderdag later op de middag een kleine kans op ijzel.

Vanuit het zuidwesten gaat het vanaf 7.00 uur sneeuwen. Om 13.00 uur bereiken de sneeuwbuien de lijn Haarlem-Enschede. De meeste sneeuw valt in het zuiden en midden van het land. Op sommige plaatsen valt er naar verwachting van het KNMI 10 tot 15 centimeter. Op de meeste plaatsen verwacht het KNMI 5 tot 10 centimeter.

Het KNMI geeft uitleg over sneeuw:

Sneeuw bestaat uit bevroren waterdruppeltjes en ijskristalletjes.

Het water op de aardbodem verdampt en op een bepaalde hoogte gaat deze damp over in druppels. Die vormen een wolk. In een wolk is het ijskoud en de druppeltjes botsen daar tegen elkaar aan. Ze groeien vast en het worden grote ijsklonten. Deze klontjes vallen naar beneden als ze zwaar genoeg zijn. Alleen als het aardoppervlak koud genoeg is (iets boven nul en daaronder), kan de neerslag als sneeuw de grond bereiken.

Als het aardoppervlak niet koud genoeg is, smelt de sneeuw die uit een wolk valt. Regen is dus gesmolten sneeuw.

Er zijn zes soorten:

- Gewone/droge sneeuw: die bestaat uit sterk vertakte ijskristallen die samengeklonterd zijn tot sneeuwvlokken.

- Natte sneeuw: bestaat grotendeels uit water. De vlokken zijn dan groter dan bij temperaturen onder het vriespunt. Deze sneeuw bestaat uit grotere sneeuwvlokken dan droge sneeuw. Hierdoor wordt het zicht voor automobilisten meer belemmerd.

- Plaksneeuw: is nattige sneeuw die ideaal is voor sneeuwballen, sneeuwpoppen en glijbanen.

- Poedersneeuw of motsneeuw: bij strenge vorst kunnen sneeuwvlokjes zeer klein worden.

- Poolsneeuw: valt bij rustig weer en temperaturen van meer dan 8 graden Celsius onder nul. De ijsnaaldjes of ijsplaatjes schitteren in het zonlicht.

- Korrelsneeuw: bestaat uit witte ondoorzichtige en meestal ronde of kegelvormige korreltjes, die op de harde grond opspringen. Korrelsneeuw valt bij temperaturen rond het vriespunt en bij buiig weer.

In tegenstelling tot ijs heeft sneeuw een witte kleur. Dat komt omdat het een veel minder dichte samenstelling heeft dan ijs. Het bevat lucht waardoor het licht weerkaatst wordt. Bij sneeuw is de weerkaatsing van licht voor alle kleuren gelijk en dat verklaart de witte kleur.

Zout verlaagt het vriespunt en laat de sneeuw smelten.