Inspectie wil gevangenen vaker 'buiten'

Redactie
MisdaadMeer gevangenen moeten het laatste deel van hun straf buiten de gevangenis doorbrengen om zich voor te bereiden op hun terugkeer in de samenleving. Dat stelt de Inspectie voor de Sanctietoepassing in een rapport dat minister Hirsch Ballin vrijdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Nu nemen jaarlijks ongeveer 2000 gedetineerden buiten de penitentiaire inrichting deel aan opleidingen of werk. Ze staan dan nog wel onder toezicht, maar wonen, werken en leren buiten de gevangenis. De geleidelijke terugkeer in de samenleving moet de kans verkleinen dat ze opnieuw in de fout gaan. Gevangenen die hiervoor in aanmerking komen, mogen geen drugs gebruiken en moeten zich behoorlijk gedragen tijdens de detentie.

Volgens de inspectie kleven er nadelen aan deze strikte voorwaarden. Sociaal kwetsbare of problematische gedetineerden mogen vaak niet meedoen aan zo'n penitentiair programma, terwijl zij er juist baat bij zouden kunnen hebben.

Ook gevangenen die in combinatie met hun celstraf een vervangende hechtenis uitzitten omdat ze hun boetes niet kunnen betalen, komen niet voor het programma in aanmerking. Volgens de inspectie zou deze voorwaarde niet meer automatisch moeten gelden. Het ministerie van Justitie gaat bekijken of dit probleem kan worden opgelost, maar houdt vast aan de voorwaarde dat er uitzicht moet zijn op betaling van boetes of schadevergoedingen.