'Geen bewijs voor Golfoorlogsyndroom'

Pesto
Icoon MedischEr is geen bewijs voor het bestaan van een Golfoorlogsyndroom. Dit beweert een panel van het invloedrijke Amerikaanse federale adviesorgaan The Institute of Medicine (IOM) in een vandaag verschenen rapport. Volgens het panel worden soldaten die in de Golfoorlog (1990-1991) actief waren vaker ziek dan andere veteranen, maar zouden de oorzaken én symptomen te veel uiteenlopen om ze onder één noemer te brengen.

Langdurige blootstelling aan oorlogsstress in een omgeving waarin men veelvuldig in aanraking kon komen met een enorme diversiteit aan mogelijk schadelijke chemicaliën, zou verklaren waarom bijna dertig procent van de Golfoorlog-veteranen een ziekte met meerdere symptomen heeft gehad. Voor veteranen die niet aan de Golfoorlog deelnamen ligt dit cijfer op 16 procent.

"Golfoorlog-veteranen maken geregeld melding van de meest uiteenlopende symptomen, en dit geldt voor veteranen uit Amerika, Canada, Australië en andere landen die in de Perzische Golf hebben gediend", zo vertelt professor Lynn Goldman, deskundige op het gebied van gezondheid en omgeving en voorzitter van het panel. "Doordat de symptomen per individu erg verschillend zijn, duidt niets op een specifiek syndroom."

Het panel acht het wel bewezen, het zij in geringe mate, dat de verlammende aandoening amyotrofe laterale sclerose (ALS) vaker voorkomt bij Golfoorlog-veteranen, ongeacht hun land van herkomst. Het panel baseert zich hierbij op de gegevens uit oudere onderzoeken. Tevens is er bewijs dat Golfoorlog-veteranen vaker te kampen hebben met angststoornissen, depressiviteit en drugsmisbruik.

Hoewel het panel geen bewijs heeft kunnen vinden voor het bestaan van een Golfoorlogsyndroom, staat in het rapport wel een uitgebreid overzicht van schadelijke stoffen waar de veteranen mee in aanraking konden komen. Zo worden genoemd: brandstoffen, vaccinaties en andere geneesmiddelen, bij een Amerikaans bombardement op een Irakees gifgasdepot vrijgekomen gaswolken, virussen en pesticiden.

Het panel heeft onder andere geadviseerd om, met het oog op toekomstige onderzoeken, soldaten voortaan zowel vóór als na uitzending naar een oorlogsgebied medisch te screenen. Volgens het panel maakte het ontbreken van dergelijke gegevens over de Golfoorlog-veteranen het moeilijker om een specifiek syndroom vast te stellen.