Journalisten te lang afgeluisterd door AIVD

Redactie
Icoon BinnenlandsDe Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) mag in beginsel journalisten afluisteren. De dienst moet daar echter wel zeer terughoudend mee zijn. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag donderdag bepaald.

Het hof kwam tot deze conclusie, nadat minister Johan Remkes (Binnenlandse Zaken) in beroep was gegaan tegen een uitspraak van de rechtbank in Den Haag in juni. Dit rechtscollege had de AIVD verboden om twee Telegraaf-journalisten af te luisteren en te observeren in een onderzoek naar het lekken van geheime informatie van de BVD (voorganger van de AIVD) naar de medewerkers van de krant.

De verslaggevers Joost de Haas en Bart Mos schreven begin dit jaar dat staatsgeheime dossiers van de BVD over 'topcrimineel' Mink K. in handen van criminelen waren gevallen. De journalisten hadden de documenten zelf ook in hun bezit gekregen. Voordat ze overgingen tot publicatie, meldden de verslaggevers dat aan de AIVD. De inlichtingendienst is toen een eigen onderzoek naar het lekken van deze gevoelige informatie begonnen.

Volgens het gerechtshof had de AIVD in deze kwestie de mogelijkheid om bijzondere bevoegdheden aan te wenden. De dienst had in dit geval het gebruik van de bevoegdheden echter moeten staken, toen andere personen dan journalisten in het vizier verschenen. "Vanaf dat moment was er niet meer voldoende noodzaak de bijzondere bevoegdheden op de journalisten toe te passen", meent het hof.

De rechtbank had de AIVD in juni nog gesommeerd dat de dienst intern alle informatie moest verwijderen die hij in deze zaak over de twee journalisten zou hebben vergaard. De vergaarde gegevens moesten binnen zes maanden worden vernietigd.

Het hof vindt dat het oordeel over wat er met deze omstreden informatie moet gebeuren, moet worden overgelaten aan de commissie van toezicht op de AIVD.