Mieren bepalen afstand met 'stappenteller'

Jeroen (steenz)
Icoon Wetenschap Mieren gebruiken een ingebouwde 'stappenteller' in hun poten om afstanden te meten. Door te tellen hoeveel stappen ze zetten, weten ze hoe ver het lopen is naar het nest. Dat concluderen Duitse en Zwitserse wetenschappers in een artikel in Science.

De wetenschappers gebruikten voor hun experimenten de mierensoort Cataglyphis fortis, die normaal in de Sahara voorkomt. Deze mieren halen hun voedsel vaak ver van het nest vandaan, maar weten het nest altijd terug te vinden.

Om de hypothese te testen dat het aantal stappen van belang was, werd een gecontroleerde omgeving gebruikt. De mieren kregen eerst de kans om naar een voedselbron op een vaste afstand te lopen. Na minstens één dag training werden ze bij de voedselbron opgepakt, waarna hun pootjes werden gemanipuleerd. De poten werden langer gemaakt door middel van een soort stelten, ze werden ingekort, of ze werden even lang gelaten.

Nadat de lengte van hun poten was beïnvloed kregen de mieren de kans om het nest te zoeken. De mieren met normale poot-lengte bleken dat zonder problemen te kunnen. De mieren met korte pootjes bleken echter het nest veel te dichtbij te zoeken, terwijl de mieren op stelten pas een stuk verderop naar het nest op zoek gingen. Mieren waarbij de poot-lengte al meteen vanaf het begin was beïnvloed, bleken geen moeite te hebben met de afstand.

Het is nog niet bekend op wat voor manier de stappenteller van de mieren werkt; daarvoor is meer vervolgonderzoek nodig.