'Rassendiscriminatie groot probleem'

Rob (R@b)
EnquêteUit een onderzoek in opdracht van het ministerie van Justitie onder bijna 1.700 allochtone en autochtone Nederlanders blijkt dat discriminatie in Nederland een omvangrijk, maar vrijwel onzichtbaar probleem is. De 'Monitor Rassendiscriminatie 2005' spreekt over honderdduizenden allochtonen en ook autochtonen die er vermoedelijk mee te maken hebben. Weinigen van hen (10%) melden dit echter bij een instantie. De meesten denken dat dat toch niet helpt of ze willen er gewoon geen aandacht aan besteden.

Van de Marokkanen en Turken zegt zo'n 50% het afgelopen jaar minstens een keer te zijn geconfronteerd met discriminatie. Ook Surinamers (40%) en Antillianen (37%) hebben er veel mee te maken. Van de autochtonen zegt 2% te zijn gediscrimineerd door allochtonen. Jaarlijks zijn er enkele duizenden gewelddadige racistische incidenten.

Isolatie
De onderzoekers stellen dat rassendiscriminatie een zeer vernederende ervaring is die ertoe kan leiden dat iemand zich isoleert van de samenleving. Uit de percentages valt op te maken dat mogelijk 400.000 tot 475.000 allochtonen en 100.000 tot 300.000 autochtonen het afgelopen jaar in het dagelijks leven te maken hebben gehad met discriminatie op grond van hun land van herkomst, geloof of huidskleur.

Rassendiscriminatie vond plaats op straat, in de bus of de disco, maar vooral op de arbeidsmarkt en in het onderwijs. Het vormt volgens de onderzoekers een belemmering voor allochtonen om te integreren en volwaardig deel te nemen aan de samenleving.

Het is voor het eerst dat er zo'n grootschalig onderzoek is gedaan naar de aard en omvang van rassendiscriminatie in ons land. De Monitor Rassendiscriminatie 2005 wordt vanmiddag aangeboden aan minister Rita Verdonk.

Het onderzoek werd gecoördineerd door het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie (LBR). Het werd uitgevoerd door medewerkers van de Anne Frank Stichting, de Landelijke Vereniging van Anti Discriminatie Bureaus en Meldpunten, de Universiteit Leiden, de Vrije Universiteit Amsterdam, de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht en het LBR zelf.