Geen vervolging na zelfmoord 'te hard verhoor'

Rob (R@b)
JustitieEr wordt geen strafrechtelijke vervolging ingesteld tegen twee Haagse rechercheurs die een vrouwelijke verdachte - in de moordzaak van het 7-jarige meisje Kumral Bagci - te hard zouden hebben ondervraagd. De vrouwelijke verdachte, een 48-jarige Turkse inwoonster van Den Haag, pleegde in 2003 na het verhoor zelfmoord in haar cel door zichzelf met haar hoofddoek te wurgen.

Het Gerechtshof in Den Haag heeft besloten dat de twee betrokken politiemensen niet vervolgd zullen worden. De familie van de dode vrouw had daar wel op aangedrongen, omdat volgens hen het harde verhoor de aanleiding was voor zelfmoord. Volgens het Gerechtshof zou het berechten van de rechercheurs hen echter onevenredig zwaar treffen: ''ze zijn onder meer door de publiciteit in de media al voldoende gestraft.'' Eerder oordeelde de rechtbank ook al dat er geen vervolging hoefde te worden ingesteld.

1995
Kumral Bagci, een meisje van Turkse komaf, werd in juni 1995 vermoord. Op 21 juni gaven haar ouders haar als vermist op. Twee dagen later werden haar stoffelijk resten gevonden. Ze was in stukken gesneden en verpakt in vuilniszakken en tassen langs de weg gezet in een Scheveningse woonwijk.

In de Turkse gemeenschap in Den Haag gaat het gerucht dat de 48-jarige vrouw indertijd een buitenechtelijke seksuele relatie met de vader van het vermoorde meisje had. Toen die aangaf niet zijn vrouw te willen verlaten, zou zij uit wraak haar zoon (die toen 12 jaar was) hebben aangezet tot de lugubere moord. Haar zoon, Erven T., werd hiervan vorig jaar zomer vrijgesproken omdat het bewijs te mager was. Zijn vingerafdrukken stonden wel op een vuilniszak, maar uit onderzoek bleek dat dit om de buitenste vuilniszak van een rol ging. Evren kon die rol dus ook in huis in handen hebben gehad om die bijvoorbeeld in de kast te leggen.