Tweede Kamer positief over geloof

Rob (R@b)
Uit een enquête van het Reformatorisch Dagblad, gehouden onder leden van de Tweede Kamer, blijkt dat een meerderheid (58%) van de volksvertegenwoordigers zichzelf gelovig (religieus) noemt. Een nog grotere meerderheid (66%) staat positief tegenover het verschijnsel godsdienst.

Er zijn slechts drie Kamerleden die negatief tegenover geloof staan, twee PvdA'ers en één D66'er. Tweederde van de Kamer is van mening dat de maatschappelijke betekenis van godsdienst de laatste jaren groter is geworen.

Met deze uitslag blijken Kamerleden relatief gezien iets vaker religieus te zijn dan de kiezers. Van de kiezers noemde in 2002 namelijk 52% zichzelf religieus. Uit de cijfers blijkt verder dat 41% van de kamerleden nooit of vrijwel nooit een kerkdienst of andere religieuze samenkomst bezoekt, terwijl 58% dat wel doet. Zo'n 13% gaat minimaal één keer per week naar kerk of moskee. Iets meer dan de helft van de kamerleden (52%) is ook daadwerkelijk lid van een kerk of religieuze gemeenschap.

Leven na de dood
Van alle kamerleden gelooft 36% in een leven na de dood en 35% zegt een leven na dit leven niet uit te sluiten. Circa 30% gelooft er niet in. De PvdA heeft op dit terrein de meeste ongelovigen: 54%. Opmerkelijk is dat bij de CDA-Kamerleden 30% moeite heeft met het idee van een hiernamaals.

De uitslag van de enquête kan overigens een vertekend beeld opleveren. Van de 150 Kamerleden deden er namelijk maar 110 mee; de meeste leden van de VVD-fractie weigerden bijvoorbeeld deelname.