Hoge eisen voor dubbele moord Rotterdam
Gisteren diende in Rotterdam de rechtszaak over de dubbele moord die op 11 november 2004 in de Vignolastraat in de havenstad plaatsvond. Daarbij kwamen een man en een vrouw van 36 en 37 jaar door kogels om het leven.Tegen hoofdverdachte A. van der M. (31) werd levenslang geëist. Hij zou het mannelijke slachtoffer (''zijn beste maat'') hebben vermoord omdat deze hem zou hebben bedrogen en tegen hem zou hebben gelogen. De twee hadden onderling afgesproken dat in zo'n geval dan ''je kop eraf ging''. De twee waren al 20 jaar bevriend en handelspartners in cocaïne.
De advocaat van Van der M. wil dat zijn cliënt, een hyperactieve dakdekker, een tijdelijke celstraf krijgt, om zo nog de kans te krijgen in de (verre) toekomst te kunnen laten zien dat hij wel iets goeds in zich heeft. Hij moet daartoe afkicken van zijn overmatige cocaïnegebruik. De officier van justitie voelt daar niet voor. Hij wil Van der M. voor altijd uit de maatschappij halen, vooral omdat hij al eens eerder voor een poging tot moord is veroordeeld.
Medeverdachte P. J. hoorde voor medeplegen 12 jaar gevangenisstraf eisen. Zij reed met Van der M. naar Amsterdam om een pistool op te halen. Samen gingen ze naar het huis van de vriend, haar ex, die vervolgens werd vermoord. Zijn huidige vriendin werd ook neergeschoten. J. bleef buiten in haar auto wachten terwijl Van der M. binnen de klus klaarde.
De leverancier van het pistool, de illegale Kroaat M. V., hoorde 8 jaar cel tegen zich eisen. V. zei zich niet verantwoordelijk te voelen voor de moordpartij. Hij dacht dat Van der M., met wie hij een wietplantage in Amsterdam runde, het pistool met demper wilde doorverkopen.
Op 18 mei doet de rechtbank uitspraak.