Juristen zien niets in AIVD-info als bewijs

Rob (R@b)
Een wetsvoorstel dat het mogelijk moet maken om AIVD-informatie als bewijsmateriaal in strafzaken in te zetten, kan op vrijwel geen steun rekenen van Nederlandse rechtsgeleerden. De juristen wijzen er op dat het niet of nauwelijks mogelijk is de betrouwbaarheid van die geheime informatie te toetsen.

De kamercommissie voor Justitie sprak gisteren met juristen over het wetsvoorstel. Minister Piet Hein Donner wil met een nieuwe wet bereiken dat bruikbare info van inlichtingen- en veiligheidsdiensten in het kader van de strijd tegen terrorisme als bewijs kan gelden.

Het wetsvoorstel houdt in dat een rechter-commissaris de mogelijkheid heeft in het belang van de staatsveiligheid 'afgeschermde getuigen' te horen. Een medewerker van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) kan door hem worden gevraagd anoniem inzicht te verschaffen in de achtergrond van een ambtsbericht. De AIVD mag daarbij zelf bepalen welke nadere gegevens worden verstrekt.

Juristen zien er weinig heil in. De rechter-commissaris kan de betrouwbaarheid van ambtsberichten amper toetsen, vrezen zij en meestal zal de oorspronkelijke bron van de informatie niet gehoord kunnen worden. De zittingsrechter kan de informatie zelf al helemaal niet meer toetsen, omdat hij moet afgaan op het oordeel van de rechter-commissaris. Ambtsberichten en indirecte getuigenverklaringen zullen een ''zwakke bewijspositie'' opleveren, zo wordt voorspeld. Rechters zullen dan die AIVD-info toch niet zwaar laten meewegen, waardoor het resultaat van de wet minimaal is.

Verder wezen juristen er op dat 'niet voor de verdediging controleerbare AIVD-informatie' leidt tot een gedeeltelijk geheim strafproces. Dat is in strijd met het recht van een verdachte op een eerlijk proces.