Turkije waarschuwt voor EU-afwijzing

Erdogan ging verder niet in op de mogelijke repercussies die Turkije in het verschiet heeft bij een Europese afwijzing. In december besluit de EU definitief of Turkije voldoende heeft gedaan aan de verbetering van zijn democratie en de naleving van de mensenrechten om een start te kunnen maken met toetredingsonderhandelingen. Als die onderhandelingen beginnen zal het overigens nog jaren duren eer Turkije daadwerkelijk toe kan treden.
Binnen de EU lijken de meningen sterk verdeeld. De meerderheid van de Commissie lijkt het groene licht te willen geven, ondanks de vaststelling van Eurocommissaris Verheugen van Uitbreiding deze week dat de Koerden nog steeds te weinig vrijheid kennen en dat het opnieuw strafbaar stellen van overspel de Turkse kandidatuur in gevaar brengt. De EU-lidstaten zitten evenmin op één lijn. Groot-Brittannië, Duitsland en Polen zijn sterke voorstanders, maar Oostenrijk is tegen en in Frankrijk wordt de tegenstand steeds groter nu de gedoodverfde presidentskandidaat Sarkozy zich openlijk tegen Turkije heeft uitgesproken. Eerder al liet de voormalige Franse president Valéry Giscard d'Estaing weten niets te zien in Turkije als EU land. Vooral het islamitische karakter van het grotendeels Aziatische land ligt aan die weerstand ten grondslag.
Historie
In 1963 sloot Turkije een associatieverdrag met de voorloper van de Europese Unie (EU), de Europese Economische Gemeenschap (EEG), en kreeg het land uitzicht op een volwaardig lidmaatschap. ''Als de Turken voldoen aan de grondbeginselen van het Verdrag van Rome (1957), wordt de mogelijkheid van een toetreding onderzocht'', zo vermeldde het associatieverdrag indertijd.
Pas in 1987 deed Turkije een officiële aanvraag. In 1990 kreeg Turkije van de EU te horen dat gezien de val van het communisme op dat ogenblik niet aan nieuwe onderhandelingen over het lidmaatschap begonnen kon worden. Pas in 1999 werd Turkije officieel kandidaat-lid van de EU.