'ETA blindelings beschuldigd van aanslagen Madrid'
Het hoofd van de explosievenopruimingsdienst, Juan Jesus Sanchez Manzano heeft woensdag, op de tweede zittingsdag van een parlementaire onderzoekscommissie die de aanslagen van 11 maart in Spanje onderzoekt, gezegd dat de Spaanse regering na de aanslagen niet meteen wist welke explosieven waren gebruikt. Toch gaf de regering de Baskische Baskische afscheidingsbeweging ETA de schuld van de terreurdaden.Vlak na de aanslagen bracht de regering naar buiten dat zij de ETA verantwoordelijk hield omdat het explosief Titadyne was gebruikt, een soort dynamiet dat de ETA vaak inzet. Volgens Sanchez Manzano was dat op dat moment nog helemaal niet vastgesteld. Pas de ochtend na de aanslagen bleek uit onderzoek dat de treinen niet waren opgeblazen met Titadyne maar met de springstof Goma 2 Eco. Parlementsleden verklaarden dat de politie de minister van binnenlandse zaken Angel Acebes foutief had ingelicht door te zeggen dat Titadyne was gebruikt.
Het hoofd van een politie-eenheid tegen moslimterreur, Mariano Rayon, zei dat zijn eenheid het onderzoek pas twee dagen na de aanslagen in handen kreeg. Toen was ontdekt dat een SIM-kaart van een mobiele telefoon die bij een onontplofte bom was gevonden, gekocht was in een Marokkaanse belwinkel. Twee uur nadat de anti-moslimterreureenheid op de zaak was gezet, beweerde Acebes tegenover de pers nog steeds dat de ETA achter de aanslagen zat.
De getuigenissen versterken de gedachte dat de conservatieve regering, die drie dagen na de aanslagen bij verkiezingen werd weggestemd, de ETA verantwoordelijk wilde stellen om een afstraffing te voorkomen. De regering had de Amerikaanse aanval op Irak gesteund en troepen gestuurd voor de wederopbouw.
Uit de getuigenis van Rayon bleek verder dat Spanje slecht was voorbereid op een terreuraanslag door moslimterroristen. Hij verklaarde dat het ministerie van binnenlandse zaken in 2002 en 2003 geen enkele vergadering over dat onderwerp heeft gehouden.