Hoop op minder poep op stoep in Rotterdam

Whitney (weetnie)
Hondenpoep is een vrijwel onoplosbaar probleem waar veel grote steden mee te kampen hebben. In Rotterdam noemen bestuurders het ontwikkelen van een effectief hondenpoepbeleid ”complex”, “weerbarstig” of “stroperig”. Dit meldt de NRC zaterdag.

In enquêtes komt hondenpoep steevast naar voren als ergernis één of twee (na troep op de stoep). In Nederland zijn naar schatting zo’n anderhalf miljoen honden die samen verantwoordelijk zijn voor een hoop van zo’n honderdvijftig miljoen kilo per jaar. Het probleem van de hondenpoep is moeilijk op de politieke agenda te krijgen; het sluit doorgaans niet aan bij de bevlogenheid van bestuurders, aldus de NRC.

Pogingen om iets te doen, zoals bijvoorbeeld het invoeren van een ’opruimplicht,’ stranden op de kosten. ”We moeten wat doen, maar niet door regels te stellen die je niet kunt handhaven’, zegt ex-wethouder ‘buitenruimte en milieu’ Kuijper. Bij een ‘opruimplicht’ rekenen burgers erop ”dat trottoirs, speelterreinen en dergelijke voortaan schoon zijn en dat overtredingen daadwerkelijk worden beboet”. Om teleurstelling bij burgers in de overheid te voorkomen werd destijds van een ‘opruimplicht‘ afgezien. Ook het opzetten van een ambtelijke werkgroep hondenpoep had niet het beoogde effect. Het vorige college is er niet in geslaagd een oplossing te vinden voor het probleem.

Het huidige college doet een nieuwe poging. In een aantal proefgebieden in de stad geldt nu een ‘opruimplicht’. Vanwege een gebrek aan controle wordt deze nog nauwelijks nageleefd maar dat moet met ingang van volgend jaar veranderen. Dan worden interventiemedewerkers aangesteld die op de 'opruimplicht' gaan toezien. Een nieuwe wet maakt het dan namelijk mogelijk voor gemeentelijke ambtenaren om wildplassen en foutpoepen bestuurlijk te beboeten. ” Ik ben niet naïef maar het moet toch een keer lukken ”, zegt Bolsius, de nieuwe wethouder ‘wijken en buitenruimte' van Rotterdam, hoopvol.