'Stille nacht' is ontstaan wegens kapot orgel
Eén van de meeste beroemde kerstliederen ter wereld, 'Stille Nacht, Heilige Nacht', blijkt te zijn ontstaan doordat het kerkorgel in het Oostenrijkse plaatsje Oberndorf het op 24 december 1818 begaf.
Volgens de overlevering had een muis zich door de blaasbalg van het orgel in de Sint Nicolaaskerk geknaagd, waardoor het orgel niet meer functioneerde. Om de mensen van zijn parochie toch een feestelijke kerstavond te bezorgen besloot kapelaan Jozef Mohr met zijn organist Franz Gruber zelf een kerstlied te componeren.
Mohr had twee jaar eerder al een zelfgemaakte tekst opgeschreven en verzon er samen met Gruber een melodie bij. Deze was bruikbaar voor een tenor- en basstem en een kinderkoor, met begeleiding van een gitaar. Het lied telde zes coupletten en werd in het Duits gezongen. Ongebruikelijk in die tijd, omdat kerkliederen toen in het Latijn gezongen werden.
In eerste instantie bleef het lied alleen in Oberndorf bekend, maar in 1825 nam orgelbouwer Karl Mauracher het lied mee naar Fügen in Tirol. Daar namen verschillende koren het lied over hun repertoire. In 1839 werd het lied voor het eerst buiten Europa gezongen, en wel in New York. Opvallend is dat dit lied zowel door de Protestantse als de Rooms-Katholieke kerk is overgenomen.