Kabinet der Koningin gaf zelf opdracht onderzoek naar De Roy van Zuydewijn
Het Kabinet der Koningin heeft de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en de Dienst Koninklijke en Diplomatieke Beveiliging zelf opdracht gegeven onderzoek te doen naar het verleden van de (toen aanstaande) man van prinses Margarita, Edwin de Roy van Zuydewijn. Dat heeft premier Balkenende gisteravond laten doorschemeren.
Het onderzoek werd uitgevoerd zonder medeweten van de toenmalige premier, Wim Kok, en Bram Peper, de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken. Volgens Peper had er wel een ministeriële opdracht voor het onderzoek moeten zijn. 'Anders klopt het niet', zei de oud-minister gisteren in de actualiteiten rubriek Netwerk.
Jeugdcrimineel
De Telegraaf meldt dat ze uit zeer betrouwbare Haagse bronnen heeft vernomen dat de informatie die het Koninklijk Huis ontving over het verleden van Edwin De Roy van Zuydewijn, de ware redenen zijn geweest waarom men grote bezwaren had tegen hem als echtgenoot van prinses Margarita.
De Roy van Zuydewijn blijkt een crimineel jeugdverleden te hebben en er zijn ook raadsels rond zijn uitkering. Zo is hij in de jaren tachtig op jeugdige leeftijd betrokken geweest bij inbraken in Amsterdam. Midden jaren negentig had de Amsterdammer een uitgavenpatroon dat niet in overeenstemming werd geacht met zijn toenmalige inkomsten als uitkeringstrekker.
Koningin Beatrix heeft volgens regeringskringen de belastende informatie over De Roy van Zuydewijn gedeeld met enkele leden van haar familie en de vader van Margarita, Carel Hugo de Bourbon de Parme. Pogingen om de prinses op basis van deze informatie ervan te overtuigen dat zij een foute huwelijkspartner had gekozen, liepen echter op niets uit.
Uit onderzoek van de Telegraaf blijkt dat De Roy van Zuydewijn na de dood van zijn vader, in 1978, tijdelijk het spoor bijster raakte. Tot een veroordeling heeft dat nooit geleid wegens de jeugdige leeftijd die hij toen had.