AEL-topman voor Belgische rechter
De eerste bedreiging uitte Azzuz op 3 december 2002 aan het adres van VTM-journalist Kris Borgraeve in het Antwerpse gerechtsgebouw, waar de raadkamer zou beslissen over de vrijlating van hun leider Dyab Abou Jahjah die toen vast zat. Borgraeve vond de opkomst van AEL symphatisanten maar mager, hetgeen niet goed viel bij Azzuz. Hij beet de journalist toe dat ''het vertrouwen in de media in Antwerpen mank was'', en dat hij bij het minste dat hij verkeerd zou doen, zou aangepakt worden. De aanklager vond dit absoluut niet kunnen: "Journalisten moeten hun werk kunnen doen, in dit land heerst er nog altijd persvrijheid".
De tweede bedreiging was aan het adres van Vlaams Blok politicus Gerolf Annemans, na afloop van een politiek debat in Gent op 17 december 2002. Azzuz zei toen dan de Vlaams Blokker "geen recht van spreken had en dat mensen zoals hij uitgeschakeld moesten worden". Azzuz zou er voor zorgen dat "mensen zoals Annemans niet meer zouden bestaan".
Tegen de rechter zei de advocaat van Azzuz dat de AEL-topman het niet zo bedoeld had. In het geval van de journalist wilde hij slechts waarschuwen op de opgehitste sfeer, en in het geval van de Vlaams Blokker was zijn opmerking niet aan Gerolf Annemans gericht, maar aan extreem-rechts als maatschappelijke stroming.
Na het pleidooi beloofde Azzuz aan de rechtbank dat hij de volgende keer beter zal nadenken indien Annemans hem nog eens in een hoekje probeert te duwen. "Hoe zou u zich voelen indien u zo werd aangesproken", vroeg de voorzitster van de rechtbank aan Azzuz. "Wij worden dagelijks zo aangesproken", was het antwoord. Waarop de voorzitster concludeerde dat Azzuz beter dan wie ook moest weten hoe het dan voelt.
Uitspraak op 31 maart.