F-16's tot oktober in Afghanistan
De zes Nederlandse F-16's die deelnemen aan de oorlog tegen overgebleven Al Qaida- en Talibanstrijders in Afghanistan, zullen een half jaar langer, tot oktober, in de regio blijven. Het kabinet is gisteren op dat verzoek van de VS ingegaan.
De zes gevechtstoestellen maken deel uit van een Deens-Nederlands-Noors detachement van achttien F-16's, die opereren vanaf het Kirgizische vliegveld Manas, ten noorden van Afghanistan. De achttien toestellen, uitgerust met precisiebommen, vormen de voornaamste luchtcomponent van de oorlog in het land. Daarnaast leveren Amerikaanse A-10 Warthogs en AV-8 Harriers luchtsteun aan de special forces op de grond. Al diverse keren hebben F-16's uit Manas gronddoelen in Afghanistan gebombardeerd.
Het kabinet heeft ook besloten dat een Nederlands KDC-10 tanktoestel in april van Manas wordt teruggetrokken, omdat het aan groot onderhoud toe is. De Orion van de Marineluchtvaartdienst, gestationeerd in de Verenigde Arabische Emiraten, zal in elk geval tot 1 juli verkenningsvluchten blijven uitvoeren boven Afghanistan.
Het kabinet heeft geen beslissing genomen over wat moet gebeuren als Noorwegen binnenkort, als verwacht, besluit zijn zes F-16's van Manas terug te trekken. Het ligt voor de hand dat de VS dan Nederland, het Europese land met de meeste gemoderniseerde F-16's, om vervanging zullen vragen, omdat de VS zelf hun vliegtuigen nodig hebben boven en rond Irak en Noord-Korea.
In een gewapend conflict in Irak zijn ook betrekkelijk grote hoeveelheden special forces nodig. De VS hebben er belang bij dat hun special forces die nu in Afghanistan zuiveringsacties uitvoeren, vrijkomen voor Irak. Nederlandse special forces, commando's van de Koninklijke Landmacht, zijn al in Afghanistan, maar alleen ter bescherming van de Isaf-vredesmacht.
Het is niet bekend of de Verenigde Staten Nederland hebben gevraagd de commando's een actievere rol te laten spelen in Afghanistan.