Landelijke databank voor jeugdcriminelen

Rob (R@b)
Het ministerie van Justitie wil een landelijke databank met de namen van jeugdige criminelen aanleggen. Daarin moeten de namen komen van de meest hardnekkige jonge criminelen uit ons land.

Justitie hoopt dat hierdoor de jeugdcriminaliteit beter kan worden bestreden. Politiekorpsen kunnen dan ook makkelijker informatie uitwisselen en men weet meteen of bepaalde jeugdige criminelen in een bende opereren, of zij dat door het hele land doen en op welke specifieke locaties dit gebeurt.

Ook moeten er in het hele land meer minirechtbanken komen, de zogenoemde Justitie In de Buurt (JIB)-kantoren. Daar zijn er nu ongeveer 30 van. Hier kunnen de opgepakte jongeren door middel van snelrecht direct worden gestraft. Deze JIB-kantoren worden geplaatst in de gebieden waar de jongeren het meest opereren, de zogenoemde high-crime-area's.

Jeugdmisdaad groeit

De jonge misdadigers vormen een steeds groter wordend probleem in Nederland. Zo'n 47.000 jonge verdachten werden in 2002 door de politie ondervraagd. Dat is een stijging van maar liefst 50% ten opzichte van 1995.

Etnische minderheden zijn sterk oververtegenwoordigd binnen de jeugdcriminaliteit. In de leeftijdscategorie van 12 tot 24 jaar zijn 1.8% van de Nederlandse jongeren actief in het criminele milieu. Bij Surinamers is dat 6%, bij Somaliërs 7.6%, bij de Marokkaanse jeugd 8.3% en bij Antilliaanse/Arubaanse jongeren zelfs 10.6%.

Justitie vindt ook dat de registratie van de etnische identiteit van daders te lang in de taboesfeer heeft gezeten: ''Stigmatisering van groepen moet voorkomen worden, maar voor een gerichte aanpak is een zorgvuldige analyse van correcte gegevens onontbeerlijk'', aldus het rapport Jeugd Terecht dat in opdracht van Justitie is opgesteld, en waarop de Telegraaf de hand wist te leggen.