Kissinger stopt als voorzitter commissie 11/9
Voormalig Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken, Henry Kissinger, stapt op als voorzitter van de commissie die de terroristische aanvallen van 11 september 2001 moet onderzoeken. Kissinger, die nog geen drie weken het voorzitterschap droeg, werd fel bekritiseerd omdat hij weigerde de namen vrij te geven van clienten van zijn adviesbureau. Hem zou daarom belangenverstrengeling verweten worden.
'Het is duidelijk dat, hoewel specifieke potentiele conflicten opgelost kunnen worden op deze wijze, de controverse zich snel zou richten op het adviesbureau dat ik heb opgebouwd en waarvan ik eigenaar ben. Ik heb daarom besloten dat ik niet langer de verantwoordelijkheid kan dragen die u mij heeft gegeven', aldus Kissinger in een brief aan George W. Bush, die hem heeft benoemd.
De 10-koppige commissie wordt 18 maanden de tijd gegund om zaken omtrent de aanvallen te bestuderen, zoals beveiliging in de luchtvaart en het falen van inlichtingdiensten. De commissie wordt tevens een breed mandaat gegeven, verder bouwend op een eerder gezamenlijk onderzoek door het Huis van Afgevaardigden en de inlichtingencommissies van de Senaat.
President George W. Bush zei in een verklaring: 'Het is met spijt dat ik Kissinger's besluit accepteer om af te treden als voorzitter van de Nationale Commissie die de gebeurtenissen van 11 september 2001 en de jaren voorafgaand daaraan moet onderzoeken'.
Het Witte Huis was in eerste instantie fel gekant tegen de commissie maar deze kwam er toch omdat familieleden van slachtoffers van de aanvallen druk uitoefenden.