Tweeduizend jaar oude Chinese archieven
Archeologen hebben in de Chinese provincie Hunan 20.000 bamboereepjes gevonden met daarop documenten uit de Tjin-dynastie (221-206 voor Christus). De ontdekking wordt nu al vergeleken met de vondst van het terracottaleger in de provincie Shaansi in de jaren zeventig, meldde de Singaporese krant The Straits Times zondag.
,,Het is de eerste keer dat zo'n enorme hoeveelheid bamboereepjes in China is gevonden. Ze werden gebruikt om de geschiedenis te beschrijven van de periode uit de Lente en Herfstannalen (770-476 voor Christus) tot de Westerse Han-dynastie (206 voor Christus-25 na Christus)'', meldt Guo Weimin, onderdirecteur van het archeologische instituut van Hunan.
De hele twintigste eeuw zijn minder dan 2.000 van dergelijke bamboereepjes in China opgegraven. Op de reepjes die nu zijn gevonden, zijn in oude karakters officiële gegevens genoteerd over het politieke, economische en culturele leven. Ze bevatten meer dan 200.000 karakters die volgens de experts nog duidelijk leesbaar zijn en informatie geven over etnische relaties, de graanconsumptie en rekenmethodes.
Over de Tjin-dynastie is weinig uit directe bronnen bekend. Keizer Tjin Shihuang, de grondlegger van de dynastie, liet tijdens zijn regime alle registers verbranden en veel geleerden levend begraven. Daarom kan de nieuwe vondst een goed inzicht bieden in zijn regeerperiode.