New York zal nooit meer hetzelfde zijn

Gert-Jan (astra)
'Dit is een slachting', zegt een politieman. 'We zullen twee weken bezig zijn om de schade op te nemen en de doden te bergen.' Het verkeer op de zuidelijke punt van Manhattan ligt dinsdagochtend rond half elf volledig stil. Geen auto's, geen metro - alleen ambulances, brandweer en politie rijden. Mensen verlaten te voet het financiële district. In de chaos ontstaat een gelaten ordelijkheid. Helikopters vliegen af en aan. Voordat de torens instortten cirkelde ook een F-16 rond een van de torens, vermoedelijk een poging om een nieuwe aanval af te slaan. Maar het was al te laat. Niemand kon het WTC redden.

Een Indiër schudt het hoofd. 'Wie zijn deze mensen?', vraagt hij, doelend op de schuldigen. 'Ze moeten dood.' Ook een Afghaan reageert geschokt. Hij werkt in een koffietent onder het WTC en schonk koffie toen het eerste vliegtuig insloeg. 'Ik ben bang, het is hier gevaarlijk. Dit gebouw was zo belangrijk. Veel mensen zijn jaloers op Amerika.'

Op straat vertelt iedereen zijn verhaal. 'De voetbalwedstrijd van gisteravond heeft mijn leven gered', zegt een computerprogrammeur van Lehman Brothers met een nerveuze lach. 'Daardoor kwam ik te laat op mijn werk'. Hij weet niet wie hij nu moet bellen. Hij weet niet eens of zijn collega's nog leven.

'Wij waren een van de grootste huurders van 2 World Trade Center', zegt een ander. Het kantoor, Morgan Stanley, had twintig of dertig verdiepingen, schat hij.

Een dertiger loopt in overhemd en das verdwaasd over straat. Hij vecht tegen de tranen. 'Ik was net nog in het WTC. Ik had er klanten.' Waar hij heen loopt, weet hij niet. 'I just wanna get the hell out of here', - hij wil gewoon weg.

De portier van het vijfsterrenhotel in Tribeca zag hoe het eerste vliegtuig zich in het gebouw boorde. Hij heft zijn arm om te wijzen naar de plek en laat hem weer zakken. 'Het was daar.' Hij knikt naar de lege hemel. Een hotelmanager snelt toe. De portier mag niet meer praten, zijn baas is bang voor negatieve publiciteit. De man aan de receptie kijkt bezorgd. 'Wij staan boven de metrolijn naar het WTC. Gaan ze die ook opblazen?'

Duizenden mensen zijn dinsdagochtend gevangen op Manhattan, het eiland dat het gezicht is van New York en het financiële hart van de Amerikaanse economie. 'Wie moet mijn kinderen van school halen?', vraagt een vrouw. De mobiele telefoons doen het niet - misschien omdat een zendmast met het WTC is verdwenen. De vrouw kan niet terug naar Brooklyn, aan de andere kant van het water. Alle bruggen en tunnels zijn dicht. De metro in het zuidelijke deel van Manhattan ligt stil. Alleen de veerboot vaart, blijkt later, maar de capaciteit is onvoldoende. Mensen krimpen ineen telkens als ze een vliegtuig horen.

Een man laat zijn woede de vrije loop. 'Bush is een half jaar aan de macht en wat gebeurt er? De regering was niet voorbereid op een terroristische aanval. Ze hebben in 1993 al eens geprobeerd het WTC op te blazen. We hadden beter moeten weten. Met een betere verdediging was dit niet gebeurd. New York zal nooit meer hetzelfde zijn', zegt hij. 'Ons leven is voorgoed veranderd.'

Dinsdag hadden de New-Yorkers de Democratische en de Republikeinse kandidaat voor het burgemeesterschap van New York moeten kiezen. De verkiezingen zijn uitgesteld. De vertrekkende burgemeester, Rudy Giuliani, verwoordt de pijn van zijn stad: 'Dit is afschuwelijk.'

De sirenes blijven loeien. In heel Manhattan sluiten kantoren hun deuren. Diners worden afgezegd. Ziekenhuizen laten weten dat ze bloed nodig hebben. En de resten van het WTC en omringende gebouwen bjven roken.