Reclassering faalt ernstig
Vorig jaar kregen per dag slechts 165 gevangenen hulp, in plaats van de 372 die de reclassering zich tot taak heeft gesteld. Dat blijkt uit een evaluatie in opdracht van het onderzoekscentrum WODC van het ministerie van Justitie.
Oorzaak van de slechte resultaten is dat gevangenissen en reclassering slecht samenwerken, en elkaar soms zelfs tegenwerken. De procedures en regels voor deelname aan de cursussen zijn nodeloos ingewikkeld, waardoor de hulp vastloopt. De bond van gedetineerden klaagde hierover al eerder.
Sinds 1 januari 1999 moeten alle gevangenen, uitgezonderd ex-tbs'ers, de mogelijkheid krijgen te werken aan hun succesvolle terugkeer in de samenleving. Zij hebben recht op een hulpprogramma, dat hen bijstaat bij het vinden van een baan en hen helpt zich 'normaal' te gedragen. Hulp bij afkicken, het opbouwen van zelfdiscipline, omgaan met geld en het beheren van een huishouding horen daarbij. Doel is te voorkomen dat daders direct na vrijlating in hun oude gedragspatroon vervallen, en terugvallen op criminaliteit als middel van bestaan.
De hulp blijft echter 'aanzienlijk achter bij de verwachtingen', stellen de onderzoekers. Alleen gedetineerden die zijn veroordeeld tot een minimale gevangenisstraf van één jaar komen ervoor in aanmerking. Doordat rechters steeds vaker straffen van minder dan een jaar cel opleggen, valt een kwart van de kandidaten weg.