Vernietiging Mir op 22 maart
Het Russische ruimtestation Mir wordt op donderdag 22 maart, vroeg in de ochtend, naar beneden gehaald. Dat heeft de Russische ruimtevaartorganisatie donderdag meegedeeld. De vernietiging van de Mir was eerder al eens uitgesteld. De vluchtleiding wilde het gevaarte pas naar beneden halen wanneer het naar 220 kilometer hoogte is gezakt, in plaats van naar 250 kilometer. De Russen hebben geen geld meer om de Mir te onderhouden. Het ruimtestation is 140 ton zwaar.
Het grootste deel zal verbranden in de atmosfeer, maar flinke brokstukken zullen ook op aarde vallen. De bedoeling is om alles in de Stille Oceaan te laten belanden, in een gebied tussen Nieuw-Zeeland en Chili. Nederlandse deskundigen zeiden eerder dat alleen als er bij de hele operatie van alles fout gaat, de kans bestaat dat brokstukken ook in het zuiden van ons land terechtkomen.
De Mir krijgt in de nacht van 21 op 22 maart de laatste drie 'dodelijke' afremstoten. Daardoor raakt het ruimteschip uit zijn baan en valt in de aantrekkingskracht van de aarde.