De aarde wordt donkerder, minder reflectie van zonlicht
De aarde reflecteert de afgelopen twintig jaar steeds minder zonlicht. Dit heeft met name gevolgen voor het noordelijk halfrond, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Verschillende factoren spelen een rol bij deze trend.
De aarde is tussen 2001 en 2024 donkerder geworden – wat betekent dat ze minder zonlicht reflecteert. Deze ontwikkeling is sterker op het noordelijk halfrond dan op de zuidelijke helft van de planeet, zo meldt een onderzoeksteam in het tijdschrift "Proceedings of the National Academy of Sciences" ("PNAS") . Een dergelijk, tot nu toe onbekend, verschil tussen het noordelijk en zuidelijk halfrond werd ontdekt door een team onder leiding van Norman Loeb van NASA's Langley Research Center in Hampton, Virginia, na analyse van satellietgegevens.
Over het algemeen absorbeert het zuidelijk halfrond stralingsenergie aan de bovenkant van de atmosfeer, terwijl er een netto verlies is op het noordelijk halfrond, schrijft de groep. Eerdere studies hebben echter aangetoond dat deze onbalans in evenwicht wordt gehouden door atmosferische en oceanische circulaties die energie over de evenaar van het zuidelijk naar het noordelijk halfrond transporteren.
Verschil van 0,34 watt per vierkante meter per decennium
De huidige studie toont nu aan dat atmosferische en oceanische circulaties de verschillen van de afgelopen twee decennia niet volledig hebben kunnen compenseren. Bij een gemiddelde zonne-energieabsorptie van 240 tot 243 watt per vierkante meter is een afwijking van 0,34 watt per vierkante meter per decennium niet erg significant. Desondanks is de waarde statistisch significant, schrijft het team.
De verschillende ontwikkelingen op het noordelijk en zuidelijk halfrond zijn te wijten aan de ontwikkeling van waterdamp en wolken in de atmosfeer, evenals aan veranderingen in albedo op het aardoppervlak. Albedo is de reflectie van oppervlakken. Zo reflecteren ijs en sneeuw meer zonnestraling dan gesteente of water. Volgens de studie draagt de afname van de zee-ijsconcentratie en sneeuwbedekking op het noordelijk halfrond bij aan de verduistering.
Bosbranden en vulkaanuitbarstingen
Naast deze factoren levert de interactie tussen straling en aerosolen – minuscule zwevende deeltjes – de grootste bijdrage aan het verschil. Deze deeltjes dragen als condensatiekernen bij aan de vorming van wolken, wat op zijn beurt de reflectie van zonnestraling bevordert. De onderzoekers verklaren de gevonden trend door het feit dat de fijnstofvervuiling op het noordelijk halfrond aanzienlijk is afgenomen dankzij milieumaatregelen – bijvoorbeeld in Europa, de VS en China.
Op het zuidelijk halfrond hebben de bosbranden in Australië en de uitbarsting van de vulkaan Hunga Tonga in de Stille Zuidzee in 2021 en 2022 daarentegen geleid tot een grotere hoeveelheid aerosolen.
Tot nu toe gingen wetenschappers ervan uit dat de verschillen in verduistering tussen de twee halfronden ook gecompenseerd werden door veranderingen in de bewolking. De studie suggereert echter dat de rol van wolken bij het handhaven van de symmetrie van het halfrond mogelijk beperkt is. Inzicht in deze relaties is ook belangrijk voor het verbeteren van klimaatmodellen, benadrukken de onderzoekers.

Aardbol (@ Freepik)
