Bijna 2 op de 3 Oekraïense vluchtelingen in loondienst
Op 1 mei werkte 63 procent van Oekraïense vluchtelingen in Nederland in loondienst. Dat is meer dan een jaar eerder: op 1 mei 2024 werkte nog 57 procent van hen. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van nieuwe cijfers.
De Oekraïense vluchtelingen die na de Russische invasie van eind februari 2022 naar Nederland kwamen, hebben geen werkvergunning nodig om te mogen werken. Hiermee hebben zij een uitzonderingspositie ten opzichte van andere migranten van buiten de Europese Unie of de landen uit de Europese Vrijhandelsassociatie (EVA).
Op 1 mei verbleven er 96 duizend Oekraïense vluchtelingen van 15 tot 65 jaar in Nederland. Van hen werken 25- tot 45-jarigen het vaakst in loondienst, jongeren (15 tot 25 jaar) het minst vaak. Vrouwen werken vaker dan mannen (64 procent tegenover 61 procent).
Meerderheid werkt voltijd, meestal flexibel contract
De meeste Oekraïense vluchtelingen werken als uitzendkracht (37 procent), oproepkracht (23 procent), of hebben een ander tijdelijk dienstverband (27 procent). Meer dan de helft werkt voltijd (35 uur of meer per week): 52 procent. 16 procent werkt 30 tot 35 uur.
De meerderheid van de Oekraïense vluchtelingen werkt in de zakelijke dienstverlening (50 procent). Onder deze bedrijfstak vallen de uitzendbureaus. Vaak is niet te controleren naar welke bedrijfstak uitzendkrachten worden uitgezonden. Behalve in de zakelijke dienstverlening werken er naar verhouding ook veel Oekraïense vluchtelingen in de handel, vervoer en horeca (31 procent).
In 2022 en 2023 daalde het aandeel dat als uitzendkracht en/of in de zakelijke dienstverlening werkte. In 2024 bleef dit stabiel. Wel neemt het aandeel met een dienstverband voor onbepaalde tijd toe, van 7 procent in mei 2024 naar 12 procent een jaar later.
