Vrouwen klagen dat ze niet gevraagd is of ze dienstplicht willen, want 'mannenregeling'

Volgende week ontvangen zo’n 20.000 jongeren die net 17 zijn een brief van Defensie. Daarin zit een korte vragenlijst waarin wordt gevraagd of ze interesse hebben in een baan bij de krijgsmacht. Het gaat nadrukkelijk niet om een oproep tot dienst, want de opkomstplicht ligt sinds 1997 stil. Toch roept de brief meteen vragen op omdat ook meisjes deze brief krijgen. Sinds 2018 geldt de dienstplicht namelijk officieel ook voor vrouwen.

Wat veel vrouwen opvalt, stelt vrouwensite Womanly, is dat er toen nauwelijks aandacht was voor de vraag of dit wel eerlijk of wenselijk is. Want mannen en vrouwen zijn natuurlijk alleen gelijk als het om banen en dingen gaat die vrouwen doorgaans leuk vinden, en niet als het zwaar of gevaarlijk gaat zijn. Terwijl bij positieve zaken vaak wordt benadrukt dat mannen en vrouwen gelijk zijn, lijkt bij dit minder leuke onderwerp plots een verschil zichtbaar te worden.

Columnist Sylke Prins schreef er kritisch over in de Volkskrant. Zij stelde dat vrouwen zonder enig debat onder een "mannenregeling" zijn geschaard. Volgens haar is er wel degelijk een verschil: vrouwen hebben gemiddeld minder spiermassa, lagere botdichtheid en meer vetweefsel, waardoor ze harder moeten trainen om hetzelfde fysieke niveau als mannen te halen. Iets dat biologisch natuurlijk helemaal waar is, maar maatschappelijk steeds meer taboe is.

Defensie ziet dat duidelijk anders. Drie maanden geleden startte de organisatie een campagne met de boodschap dat mannen en vrouwen gelijke waardering, verantwoordelijkheden en verwachtingen verdienen. In die campagne wordt benadrukt dat vrouwen te vaak nog op hun geslacht worden beoordeeld in plaats van op hun capaciteiten. Een voorbeeld dat vaak wordt genoemd is Maria Tailor in het programma Special Forces, die als enige vrouw heel ver kwam. Dat werd breed gezien als een indrukwekkende prestatie, maar het onderstreept tegelijk dat de verschillen tussen mannen en vrouwen nog steeds nadrukkelijk in beeld zijn.

Defensie benadrukt dat een carrière in het leger een aantrekkelijk alternatief kan zijn, en dat diversiteit de organisatie sterker maakt. Toch schuurt dit beeld met de kritische geluiden van buitenaf, waar wordt gewezen op de plotselinge uitbreiding van de dienstplicht naar vrouwen zonder dat zij daar ooit over mee konden praten. Dat mannen ook nooit de keuze hebben gehad is natuurlijk volstrekt onbelangrijk.

De enquête die jongeren nu krijgen, is vooral bedoeld om te peilen of er animo is voor een baan of opleiding. Het invullen is volledig vrijwillig, en wie interesse aangeeft, moet daarna nog door een medische en fysieke keuring. Nederland kent geen actieve dienstplicht, en volgens de overheid zou het jaren duren om die weer in te voeren omdat er onvoldoende kazernes, instructeurs en materieel zijn. Vorig jaar had Defensie nog zo’n 10.000 vacatures openstaan, waarvan inmiddels een vijfde is ingevuld. De enquête is dus vooral een manier om personeelstekorten aan te pakken.

Wat boven alles blijft hangen, is dat vrouwen opeens onder dezelfde regels vallen als mannen, zonder dat zij ooit inspraak kregen. Toen het om gelijke kansen en waardering ging, klonk dat positief. Maar nu het om een verplichting gaat die niet bepaald populair is, wordt pijnlijk duidelijk dat gelijkheid ineens eenzijdig voelt en alleen wenselijk is als het ze uitkomt.