Nederland onder 19 pakt historische eerste Europese titel

Het Nederlands elftal onder 19 heeft geschiedenis geschreven door voor het eerst de Europese titel te veroveren. In een spannende finale tegen twaalfvoudig kampioen Spanje trok Oranje met 1-0 aan het langste eind, dankzij een ongelukkig eigen doelpunt van de Spaanse doelman Raúl Jiménez.

De openingsfase was voor Nederland, dat met verzorgd spel meerdere kansen creëerde via aanvoerder Givairo Read, Don-Angelo Konadu en Kees Smit. Vooral Smit, met vier doelpunten en een grote rol in het toernooi, was opnieuw belangrijk. Hij werd na afloop terecht uitgeroepen tot beste speler én medetopscorer van het toernooi, samen met Spanjaard Pablo García.

Toch werd de wedstrijd gaandeweg rommeliger. Een foutieve terugspeelbal van Elijah Dijkstra luidde een sterke fase van Spanje in, waarin doelman Joeri Heerkens redding moest brengen. Oranje haalde met moeite de rust zonder schade.

Na de pauze kreeg Nederland al snel een grote kans via Tygo Land, maar zijn schot belandde op de paal. Spanje raakte daarna tweemaal het aluminium aan de overkant. Juist op het moment dat Spanje sterker leek, kwam Oranje op voorsprong: Read gaf een lage voorzet, die keeper Jiménez verkeerd inschatte en zelf in het doel werkte.

In de slotfase werd Nederland zwaar onder druk gezet, en ontsnapte het in blessuretijd aan een strafschop na een overtreding van Smit. De 1-0 bleef echter staan, tot grote vreugde van de ploeg van bondscoach Peter van der Veen, die na het toernooi afscheid neemt van de KNVB.

"Een geweldig gevoel", aldus aanvoerder Read. "We hebben laten zien dat we echt een goed team zijn. En dat het juist tegen Spanje gebeurt, maakt het extra mooi."

Nederland haalde drie keer eerder de finale: op de eerste twee edities van de voorgangers van het toernooi, in 1948 en 1949, waren Engeland en Frankrijk te sterk, in 1970 werd na verlenging en het opgooien van een muntje van Oost-Duitsland verloren.