Kabinet wil minder Syriers toelaten voor asiel en eerdere verblijfsvergunningen herzien

Syriërs die een lopende asielprocedure hebben of zich nieuw in Nederland melden, krijgen te maken met een strengere toetsing. De veiligheidssituatie is sinds de val van het Assad-regime dusdanig verbeterd dat niet langer automatisch wordt aangenomen dat zij bij terugkeer gevaar lopen, schrijft waarnemend asielminister David van Weel (VVD) aan de Tweede Kamer.

Syriërs moeten voortaan bewijzen dat zij persoonlijk risico lopen, bijvoorbeeld vanwege hun seksuele geaardheid of omdat ze tot een religieuze minderheid behoren. Volgens de demissionaire minister is het nog te vroeg om Syriërs die al een verblijfsvergunning hebben opnieuw te beoordelen. De verbetering is daarvoor nog niet “voldoende duurzaam”.

Bron van onveiligheid verdwenen
Een recent ambtsbericht over Syrië van het ministerie van Buitenlandse Zaken toont een "aanzienlijke verbetering" van de veiligheidssituatie. Het regime van de verdreven president Bashar al-Assad was voor de meeste Syriërs "de belangrijkste oorzaak van onveiligheid". Met zijn vertrek in december vorig jaar is die volgens Van Weel "niet meer van toepassing".

De minister wil "zo snel mogelijk" ook een volgende stap zetten en overgaan tot het herzien van eerder toegekende verblijfsvergunningen. Dit moet echter wel uitvoerbaar en juridisch verantwoord zijn, schrijft hij. Daarnaast benadrukt de minister dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in ieder geval per persoon beoordeelt of iemand een gegronde vrees heeft voor vervolging of ernstige schade.

Strengere beoordelingen en zelfs terugzending van Syriërs waren een belangrijke wens van Van Weels voorganger Marjolein Faber van de PVV. Maar de situatie in het land was lange tijd te onzeker daarvoor. Faber trad vorige week af nadat haar partij zich had teruggetrokken uit de coalitie.