Palou schrijft historie met Indy 500-zege, Van Kalmthout crasht

Op de Indianapolis Motor Speedway is zondagavond de 109e editie van de Indianapolis 500 verreden. Dat werd een behoorlijk chaotisch gebeuren, vooral in de eerste helft van de race, met voor de Nederlandse fans helaas niet echt een gelukkige afloop.

Robert Shwartzman was als eerste rookie sinds Teo Fabi in 1983 de winnaar van poleposition - Tony Stewart startte in 1996 ook als rookie van pole, maar dat kwam doordat polesitter Scott Brayton voor de race verongelukte. Naast Shwartzman stonden ook veteraan en tweevoudig winnaar Takuma Sato en Pato O'Ward op rij één, voor Scott Dixon, Felix Rosenqvist, Alex Palou, David Malukas, Christian Lundgaard en Marcus Ericsson - Rinus van Kalmthout nam plaats op de 31e plek en stond op de laatste rij naast de naar achteren gezette oud-winnaars Josef Newgarden en Will Power van Team Penske.

Crash vóór de start
Regen op en rond de Speedway zorgde voor wat vertraging, maar zo'n drie kwartier later dan gepland kon het "Start your engines!" dan toch geroepen worden. De groene vlag was nog niet gezwaaid of de eerste crash was al een feit: Scott McLaughlin, vorig jaar nog op poleposition, slingerde zijn Penske zonder pardon de muur in bij het ingaan van de laatste opwarmronde.

McLaughlin's auto werd opgeruimd en de rest kon er dan echt aan beginnen. Ook dat duurde niet al te lang: in welgeteld de eerste bocht van de race kwam Marco Andretti in aanraking met Jack Harvey, waarna de nummer twee van 2006 in zijn twintigste deelname de muur in knalde. Tijdens de caution kwamen er gelijk een paar coureurs brandstof halen, waaronder Van Kalmthout.

Regen
Na twintig ronden, inclusief het gebeuren bij de start kwam dat neer op een ronde of tien daadwerkelijk racen, werd het geel weer gezwaaid: regen. Gelukkig leidde dat niet tot een daadwerkelijke onderbreking, na tien rondjes geel kon er weer geracet worden. Het gros van de toppers had tijdens de regencaution een pitstop gemaakt, waardoor de Ed Carpenter Racing-auto's van Christian Rasmussen, Alexander Rossi en Ed Carpenter in de top-3 reden, met de ook niet gestopte Van Kalmthout ook rond de zevende plek.

Rond de 45e ronde kwamen de coureurs op de alternatieve strategie, zoals de ECR's, weer binnen, Van Kalmthout kwam iets later ook nieuwe banden en brandstof halen. Zo reed Sato weer terug aan de leiding, tussen de op ongeveer een ronde achterstand rijdende net gestopte coureurs; Harvey, Rasmussen, Devlin DeFrancesco en Rossi reden vlak voor Sato op de baan en hoopten op een caution, Carpenter en Van Kalmthout reden vlak achter de Japanner en voor Conor Daly, de nummer twee in de race.

Na dik zestig ronden kwam bijna het hele veld in één klap binnen, waarmee de verhoudingen weer even duidelijk waren: Sato en Malukas voorop, gevolgd door de nog altijd op de andere strategie rijdende DeFrancesco en Rossi - Van Kalmthout reed ook ongeveer op hun strategie en reed inmiddels op plek elf. Niet lang daarna was het klaar voor Rossi: zijn auto raakte oververhit, in de pitstraat vloog 'ie in de hens - net als een monteur - en zijn race was voorbij.

Einde voor Van Kalmthout
Met de teller op ruim tachtig ronden was het in één keer ook klaar voor Van Kalmthout: hij wilde zijn pitstop maken, maar de achterremmen gaven totaal niet thuis en hij knalde in de pitstraat tegen de muur. Ophanging kapot, race voorbij. Tijdens de caution ging ook lang niet alles goed: Sato schoot door bij zijn pitstop en verloor veel plekken, de sowieso al flink teruggevallen polesitter Shwartzman kegelde zijn halve team omver.

Het groen werd weer gezwaaid na 91 ronden, nog niet halverwege de race dus. Ook dat duurde weer niet lang: iedereen zat veel te dicht op elkaar en in het achterveld ging dat fout. Kyle Larson ging in de rondte en crashte, waarbij hij Kyffin Simpson aantikte, die op zijn beurt Sting Ray Robb via een schrikreactie richting de muur dirigeerde. Larson kon zo in elk geval rap naar Charlotte, waar de Coca-Cola 600 in de NASCAR Cup Series op hem wacht - opnieuw geen succesvolle dubbel.

De volgende herstart was ook weer niet geweldig: Rasmussen ging in de rondte en de volgende caution was alweer een feit. Een hernieuwde poging volgde met nog 91 ronden te gaan en DeFrancesco op kop, voor Harvey en Malukas, die de eerste was op de reguliere strategie. Een dikke 65 ronden voor het einde volgde weer een grote pitstopronde, waarbij de kansen eindigden voor Josef Newgarden, de winnaar van de vorige twee edities kwam binnen en bleef langere tijd binnen met problemen.

Spannende slotfase
De pitstopronde gooide het een en ander door elkaar en met ruim een kwart van de race te gaan reed veteraan Ryan Hunter-Reay zowaar daadwerkelijk op kop, voor Daly, Malukas, Palou en Santino Ferrucci. Vlak voor de laatste pitstopronde, zo'n 35 ronden voor de finish, kwam Daly wat in de problemen en gingen Malukas en Palou er in rap tempo voorbij, waarna hij in totale paniek toch maar naar binnen kwam.

Hunter-Reay, bij de wedkantoren een van de coureurs met de minste kans op de zege, kwam dertig ronden voor het einde zijn laatste pitstop maken, maar daarbij ging het fout: een probleem met het hybridesysteem gooide roet in het eten en zijn droom op een tweede Indy 500-zege was voorbij. Palou zat na zijn stop ondertussen vlak achter Malukas, die de virtuele leider was - Marcus Ericsson, Rasmussen en Lundgaard reden nog voorop.

Palou ging 25 ronden voor het einde langs Malukas naar de virtuele leiding, met O'Ward er inmiddels vlak achter. Ericsson maakte zijn stop en kwam pal voor de deur van die drie terecht, waardoor hij ook ineens serieus kans maakte, relatief uit het niks. Terwijl Louis Foster en DeFrancesco ronde na ronde irritant in de weg reden, lukte het Palou veertien ronden voor het einde dan eindelijk om Ericsson te verschalken.

Met vijf ronden te gaan kreeg Palou te horen dat hij volle bak de brandstof mocht gebruiken, maar hij kwam niet voorbij de twee achterblijvers - Ericsson kon op zijn beurt niet echt een aanval plaatsen. Palou hield stand en pakte als allereerste Spanjaard ooit de winst in de Indianapolis 500, voor Ericsson - Palou finishte wel onder geel, omdat een paar tellen voor zijn finish Nolan Siegel zijn auto hard in de muur hing.