EU wil Russische schaduwvloot sancties opleggen

Sinds het begin van de Russische inval in februari 2022 hebben de EU-landen 16 sanctiepakketten tegen Rusland aangenomen; Vandaag willen de 27 ministers van Buitenlandse Zaken het 17e pakket publiceren. Daartoe behoren onder meer maatregelen tegen nog eens zo'n 200 schepen van de Russische schaduwvloot, waarmee het land nog steeds oliehandel drijft. Er wordt hen geen toegang meer verleend tot havens in de EU.

Bovendien worden er nog enkele tientallen bedrijven en personen aan de bestaande sanctielijst toegevoegd. Het pakket werd vorige week al op ambassadeursniveau overeengekomen; nu is het enkel nog een kwestie van formele goedkeuring.

Volgens de Europese Commissie staan er momenteel bijna 2.400 personen en entiteiten op de sanctielijst. Er geldt een inreisverbod voor hen en hun tegoeden zijn bevroren. Bovendien geldt er een exportverbod voor talloze producten, van producten die (ook) voor militaire doeleinden ingezet kunnen worden gebruikt tot luxe goederen.

Bovendien werd 90 procent van de olie-import uit Rusland naar de EU onder embargo geplaatst, werden betalingstransacties met Russische banken aanzienlijk beperkt, werd het Russische luchtvaartmaatschappijen verboden om over EU-grondgebied te vliegen en werden de vergunningen van 27 Russische mediabedrijven ingetrokken. En zo gaat de sanctielijst verder.

Volgens berekeningen van de Europese Commissie bedraagt de waarde van de goederen die sinds februari 2022 vanwege de sancties niet naar Rusland zijn geëxporteerd 48 miljard euro, en omgekeerd ruim 90 miljard euro. Dit betekent dat het handelsvolume in beide richtingen met meer dan de helft is gedaald vergeleken met het niveau van vóór de oorlog.

Er dreigen meer sancties
Onafhankelijk van de sanctiepakketten van de Europese Unie hebben de regeringsleiders van belangrijke EU- en NAVO-landen, de afgelopen tijd meerdere malen gedreigd met verdere sancties tegen Rusland. Eergisteren werd na een bezoek aan Kiev aangekondigd dat er strengere sancties zouden komen, onder meer tegen de bank- en energiesector, als Rusland zich niet aan het aangeboden staakt-het-vuren zou houden.

Het ultimatum verliep, maar de Russische aanvallen gingen door. Tijdens de gesprekken tussen de strijdende partijen in Istanbul, waar de Russische president Vladimir Poetin niet bij aanwezig was, werden ook strengere sancties voorgesteld.

Het is echter nog grotendeels onduidelijk welke aanvullende sancties dit zullen zijn. Een woordvoerster van de Europese Commissie bevestigde vorige week dat er verdere sancties worden overwogen, maar zoals altijd gebeurde dit vertrouwelijk. Ze voegde eraan toe dat alle opties open blijven als het gaat om het verhogen van de druk op Rusland.

Verdere maatregelen tegen de financiële sector in discussie
De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, sprak onlangs over maatregelen tegen de Russische financiële sector en een verdere verlaging van het huidige olieprijsplafond. Momenteel bedraagt de prijs 60 dollar per vat Russische ruwe olie. Deze prijs is bedoeld om de Russische inkomsten uit de oliehandel te verminderen.

Er wordt ook gesproken over sancties tegen de pijpleidingen Nord Stream 1 en Nord Stream 2 in de Oostzee. Beide pijpleidingen zijn momenteel echter niet in gebruik en gedeeltelijk beschadigd. Waarschijnlijk is het de bedoeling om reparaties of zelfs heringebruikname te voorkomen.

Russische activa gebruiken?
Verder wordt herhaaldelijk verwezen naar Russische tegoeden die in de EU bevroren staan. Het gaat hierbij om 210 miljard euro van de Russische Centrale Bank, die op dit moment vast staan in de EU en bijvoorbeeld gebruikt zou kunnen worden om de kosten van oorlog of de wederopbouw van Oekraïne te dekken. Critici van dit voorstel beweren dat het juridisch problematisch is en een toekomstige toenadering tot Rusland zou kunnen bemoeilijken.

De rente op deze activa, ten grootte van 3,6 miljard euro, wordt inmiddels al gebruikt en als lening gebruikt ten behoeve van Oekraïne. De bestaande sancties moeten door de EU regelmatig worden verlengd. Hiervoor is elke zes maanden een unaniem besluit vereist.