Russische ruimtesonde neergestort in Indische Oceaan

Een Sovjet sonde die in 1972 naar Venus werd gelanceerd is vandaag neergestort in de Indische oceaan. Volgens het Europees Ruimteagentschap (ESA) heeft de sondecapsule een diameter van ongeveer een meter.

Volgens de ESA was het pas kort van tevoren mogelijk om precies te voorspellen waar de 'Kosmos-482' sonde, die iets minder dan 500 kilogram weegt, zou inslaan. Op FOK! en overige social media werd het verloop van de ruimtesonde nauwkeurig gevolgd aangezien de sonde ook in de Benelux zou kunnen neerstorten.

De kans was groot dat de capsule, die gemaakt is van extreem sterk materiaal, in zijn geheel op aarde aankomt en niet uit elkaar valt of verbrandt bij het binnenkomen van de atmosfeer. Dit komt omdat de sonde is ontworpen om het binnentreden in de atmosfeer van Venus te overleven.

Tussen 1961 en 1983 stuurde de Sovjet-Unie verschillende ruimtesondes naar Venus als onderdeel van het 'Verena' programma om de vreemde planeet te verkennen. Verschillende van deze sondes landden er ook en stuurden informatie terug naar de Aarde.

'Kosmos 482' werd gelanceerd op 31 maart 1972 en zou een gecontroleerde landing op Venus maken. Door een defect aan het lanceervoertuig bleef de instapcapsule echter in een baan om de aarde. Terwijl de andere componenten al tientallen jaren geleden opbrandden, is de capsule sindsdien in een excentrische baan om de aarde gebleven.

Volgens informatie van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA werkte de Sovjetsonde op batterijen en had ze instrumenten om temperatuur, druk, dichtheid en andere parameters te meten. Oorspronkelijk was hij ook uitgerust met een parachute om de landing op Venus te vertragen. Onderzoekers van de Technische Universiteit van Braunschweig melden echter dat waarnemingen erop wijzen dat de parachute mogelijk al is uitgeworpen.

De baan van de ruimtesonde en plaats van neerstorten is hier te bekijken.