Meer Chinese benzineauto's verkocht na invoer importheffingen
Chinese autofabrikanten breken verkooprecords in Europa, maar niet dankzij volledig elektrische auto's. In het eerste kwartaal van dit jaar werden ruim 150.000 nieuwe Chinese voertuigen geregistreerd, met een piek in maart. Slechts 30 procent daarvan was volledig elektrisch — het laagste aandeel in jaren. Waar China eerst volop inzette op elektrische modellen om de Europese markt te veroveren, verschuift de focus nu naar hybrides en auto's met traditionele verbrandingsmotoren.
Die koerswijziging is deels ingegeven door de strengere invoerregels vanuit Brussel. De Europese Unie voerde vorig jaar extra heffingen in op Chinese elektrische auto's vanwege zorgen over staatssteun en oneerlijke concurrentie. Als reactie zetten Chinese merken versneld in op alternatieven die minder gevoelig zijn voor importheffingen. Volgens marktonderzoekers speelt ook het gedrag van consumenten een rol: de vraag naar hybrides groeit, terwijl volledig elektrisch rijden op steeds meer weerstand stuit.
Die weerstand komt vooral voort uit praktische bezwaren. Potentiële kopers blijven terughoudend door de hoge aanschafprijs van elektrische auto's, de snelle waardedaling en onzekerheid over de levensduur van accu's. Tweedehandsmodellen worden daardoor minder aantrekkelijk. Voor veel Europeanen is een hybride of conventioneel aangedreven auto op dit moment een veiligere keuze. Daar komt nog bij dat onder meer in Nederland veel problemen zijn met het leveren van voldoende energie, waardoor al wordt opgeroepen om op bepaalde tijden je auto niet op te laden.
De trage groei van elektrische mobiliteit in Europa biedt Chinese fabrikanten de kans om hun marktaandeel alsnog te vergroten, zij het met een andere aanpak dan oorspronkelijk gedacht. Door hun aanbod aan te passen aan de Europese realiteit, weten ze alsnog succes te boeken — zij het minder groen dan gehoopt.