AfD klaagt veiligheidsdienst aan
Alternative für Deutschland (AfD) heeft maandag bij het administratieve gerechtshof in Keulen zowel een bodemprocedure als een spoedverzoek ingediend om te voorkomen dat de partij officieel als rechtsextremistisch wordt aangemerkt door het Bundesamt für Verfassungsschutz (BfV), de Duitse binnenlandse veiligheidsdienst. Volgens een rechtbankwoordvoerder wordt de zaak pas ontvankelijk verklaard zodra de dienst formeel in kennis is gesteld, maar de stukken zijn inmiddels binnen. AfD spreekt van een politieke ‘criminalisering’ en eist onmiddellijke intrekking van het oordeel.
De stap volgt op de beslissing van het BfV van afgelopen vrijdag om de volledige partij in de hoogste risicocategorie te plaatsen. In een vertrouwelijk rapport van 1100 pagina’s concludeert de dienst dat de AfD systematisch een racistische en anti-moslim ideologie uitdraagt en daarmee de menselijke waardigheid schendt. Zo zou de partij Duitse staatsburgers met wortels in overwegend islamitische landen niet als gelijkwaardige leden van het Duitse volk beschouwen, aldus het BfV.
De nieuwe classificatie geeft de veiligheidsdienst ruimere bevoegdheden: zij mag nu eenvoudiger informanten ronselen, communicatie onderscheppen en beeld- en geluidsopnamen maken. Tegelijk laait het debat op over financiële sancties en een mogelijk partijverbod. Kamerleden van Die Grünen en Die Linke eisen inmiddels dat de publieke partijfinanciering onmiddellijk wordt stopgezet, terwijl de christendemocratische CDU/CSU terughoudender is en eerst het volledige dossier wil bestuderen.
Ook binnen de regeringscoalitie verschillen de meningen over het vervolg. SPD-leider Lars Klingbeil noemt een verbodsprocedure ‘een optie die serieus bestudeerd moet worden’, maar waarschuwt voor overhaaste stappen. Bondskanselier Olaf Scholz (SPD) sloot zich daar dit weekend bij aan en benadrukte dat een verbod juridisch waterdicht moet zijn om de democratische rechtsstaat niet te schaden.
AfD werd in februari met bijna 21 procent van de stemmen de grootste oppositiepartij in de Bondsdag. Morgen wordt CDU-voorman Friedrich Merz naar verwachting tot nieuwe bondskanselier gekozen. Zijn toekomstige minister van Binnenlandse Zaken, Alexander Dobrindt (CSU), sluit niet uit dat hij het BfV-rapport deels openbaar maakt om transparantie te bieden, maar het is onduidelijk of dat juridisch mogelijk is.
Internationaal stuit de Duitse aanpak op felle kritiek van sympathiserende politieke bewegingen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio noemde de classificatie ‘vermomde tirannie’ en enkele Republikeinse politici waarschuwen voor ‘Europese censuur’. Vanuit Moskou sprak Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov van een ‘restrictieve maatregel’ tegen afwijkende politieke stromingen, al voegde hij eraan toe dat het om een interne Duitse kwestie gaat.
Ondanks de druk van buitenaf houdt Berlijn voet bij stuk. Het ministerie van Binnenlandse Zaken wijst erop dat het label uitsluitend door onafhankelijke juristen is getoetst en gebaseerd is op jarenlange observatie. Totdat de rechter uitspraak doet, blijft de AfD onder verscherpt toezicht staan. De zaak belooft daarmee een cruciale lakmoesproef te worden: niet alleen voor de grenzen van politieke vrijheden in Duitsland, maar ook voor de vraag hoe Europa omgaat met partijen die de fundamenten van de democratische orde ter discussie stellen.