Niks mis bij Tata, vindt Tata

Staalproducent Tata Steel heeft donderdag bijzonder scherp gereageerd op zware beschuldigingen over schadelijke uitstoot en achterstallig onderhoud bij kooksgasfabriek 2. De Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) overweegt de milieuvergunning in te trekken omdat de installatie volgens haar ‘rammelt aan alle kanten’. Tata noemt die conclusie echter ‘volstrekt ongerechtvaardigd’ en baseert zich op eigen gegevens waaruit, naar eigen zeggen, geen structurele problemen blijken. Volgens Tata is er sprake van ‘pure stemmingmakerij’.

Kort samengevat verwijt de OD NZKG Tata Steel dat kooksgasfabriek 2 structureel lekt en dat er daardoor geregeld schadelijke gassen ontsnappen. Uit inspecties blijkt volgens de dienst dat bij negen van de tien ovens scheuren of versleten afdichtingen zitten, waardoor heet kooksgas en fijn stof naar buiten sijpelen. Honderden camerafragmenten tonen zwarte, dikke pluimen die in steekproeven zijn herleid tot precies zulke lekkages. De toezichthouder noemt Tata’s handelswijze daarbij ‘calculerend en opportunistisch’: noodzakelijk onderhoud zou stelselmatig zijn uitgesteld en afgeschaald, terwijl het bedrijf intern allang wist dat de installatie ernstig verouderd is.

Tijdens een hoorzitting van de Hoor- en Adviescommissie van de provincie Noord-Holland betoogde Tata’s advocaat dat de toezichthouder de interne databestanden verkeerd interpreteert. In dat onderhoudssysteem kan na een reparatie nog steeds de oude, negatieve beoordeling van een ovenwand staan, legde hij uit. “Op papier lijkt de staat van de oven dan slecht, terwijl hij in werkelijkheid zo goed als vernieuwd is,” aldus de raadsman. Tata zegt de omgevingsdienst herhaaldelijk op deze nuance te hebben gewezen, maar ‘die toelichting is blijkbaar naast zich neergelegd’. Daarnaast zouden metingen verkeerd geïnterpreteerd zijn.

Het dreigende verlies van de vergunning heeft voor Tata verstrekkende consequenties. Op de vraag van de commissie wat intrekking zou betekenen, antwoordde de onderneming zonder omwegen dat het ‘mogelijk tot faillissement’ kan leiden. De kooksgasfabriek levert kooks en gas voor andere processen op het terrein en vervult die rol totdat Tata’s duurzaamheidsprogramma gericht op de productie van zogenoemd ‘groen staal’ in werking treedt. Vallen de ovens uit, dan moet Tata beide grondstoffen duur inkopen, wat het bedrijf financieel zwaar zou treffen.

Volgens de OD NZKG zijn mildere sancties niet langer effectief. De dienst acht de fabriek dermate verouderd dat herstel niet meer haalbaar is en acht daarom intrekking van de vergunning het enige passende middel. Tata bestrijdt die lezing en houdt vol dat de installatie veilig kan blijven draaien zolang regulier onderhoud wordt uitgevoerd.

De zaak kreeg een extra dimensie doordat een deel van het bewijsmateriaal afkomstig is van de burgergroep Frisse Wind, die een camera bij het terrein plaatste. Eerdere handhavingsverzoeken van de groep werden afgewezen vanwege ‘onvoldoende bewijs’, maar de recente beelden zetten de toezichthouder alsnog aan tot nader onderzoek. Dat onderzoek leidde uiteindelijk tot het huidige traject richting vergunningintrekking.

Na de hoorzitting brengt de commissie een advies uit aan het provinciebestuur, dat uiterlijk in juli moet beslissen over Tata’s bezwaar. Krijgt het bedrijf nul op het rekest, dan zou de omgevingsdienst in december de vergunning daadwerkelijk kunnen intrekken. Tata heeft in dat geval nog de mogelijkheid naar de rechter te stappen.