China en Rusland willen kernreactor op maan bouwen
Een Chinese ruimtevaarttopman heeft bevestigd dat Peking en Moskou serieus onderzoeken of een kleine splijtingsreactor de permanente onderzoeksbasis kunnen voeden die beide landen op de zuidpool van de maan willen bouwen. Hoofdingenieur Pei Zhaoyu kondigde het plan maandag aan, daags voor de Nationale Ruimtevaartdag, tijdens een presentatie over de Chang’e-8-missie, de laatste Chinese testvlucht vóór de bouw van het International Lunar Research Station (ILRS). Volgens Pei blijft een groot zonnepanelenveld eveneens in optie, maar een kernreactor heeft het voordeel dat hij dag en nacht en onafhankelijk van de twee weken durende maannacht stroom kan leveren.
Voor een bemande buitenpost is stabiele energie onmisbaar voor levensondersteuning, communicatie en de verwerking van maangruis tot bouwmateriaal. China en Rusland mikken op een generator van ‘enkele tientallen kilowatt’ die in 2035 op locatie moet worden geïnstalleerd en rond 2050 op volle kracht moet draaien. In Peis presentatie werd geen exacte techniek genoemd, maar het Russische ruimteagentschap Roscosmos opperde eerder een met natrium- of heliumgas gekoeld reactorontwerp, vergelijkbaar met de concepten die de Sovjet-Unie in de jaren tachtig gebruikte voor spionagesatellieten.
Volgens emeritus atoomfysicus Wim Turkenburg roept het plan fundamentele vragen op. "Er is geen water op de maan, dus de koeling zou met gassen moeten gebeuren. Maar hoe China van plan is om deze mee te nemen, in welke hoeveelheden, en hoe ze deze willen opslaan, is niet duidelijk." zegt hij. Ook de afvoer van kernafval ligt gevoelig: het Outer Space Treaty verplicht landen om ‘schadelijke besmetting’ van hemellichamen te voorkomen . Tot nu toe hebben China en Rusland niet toegelicht hoe ze splijtstof en afval veilig willen opslaan of terugbrengen.
Het ILRS werd in 2021 formeel gelanceerd door de China National Space Administration en Roscosmos. Intussen hebben zeventien landen en organisaties zich aangesloten, onder meer Venezuela, Zuid-Afrika, Pakistan en Egypte; westerse ruimteagentschappen kiezen voor het Amerikaans-geleide Artemis-programma. NASA streeft ernaar in september 2026 met Artemis III opnieuw astronauten op de maan te zetten en investeert tegelijk in eigen kernenergie. In 2022 kregen Lockheed Martin, Westinghouse en IX elk 5 miljoen dollar van NASA en het Amerikaanse energieministerie om een 40 kW-fission-surface-powersysteem te ontwerpen dat nog dit decennium gelanceerd kan worden.
Hoewel Washington geen directe bezwaren kan maken, het verdrag verbiedt alleen kernwapens, geen kernenergie, wijzen Amerikaanse diplomaten geregeld op de veiligheidsrisico’s van een Chinees-Russisch project en op de mogelijkheid dat dual-use-technologie in een toekomstige wapenwedloop terechtkomt .
China plaatst de reactor in een bredere strategie: met het zogenoemde 555-project wil Peking 5.000 wetenschappers uit 50 landen aantrekken voor onderzoek op de maanbasis. Voorlopig ligt de nadruk echter op demonstraties. De onbemande Chang’e-8-lander, gepland voor 2028, moet een 3-D-printer testen die regolith in bouwblokken omzet en samples verzamelen voor mineralogisch onderzoek. Ook moet hij uitwijzen of een kleine proefcentrale onder maansomstandigheden stabiel kan draaien.
Als alles volgens schema verloopt, sturen China en Rusland rond 2030 de eerste bemande missie naar het ILRS-gebied; de permanente modules volgen daarna in fases. Waar de Amerikanen via Artemis mikken op internationale regels voor exploitatie van maangrondstoffen (de Artemis Accords), onderstreept Peking dat het ILRS ‘openstaat voor iedereen die wil bijdragen’, al is deelname aan Amerikaanse exportcontroleregels gekoppeld aan een veto van Washington, wat een officiële ESA-deelname tot nu toe onmogelijk maakte.
Een kernreactor op de maan zou een doorbraak zijn voor energievoorziening in extreem koude kraters en kan toekomstige radiotelescopen of ijsmijnbouw ondersteunen. Tegelijk dwingt het project tot nieuwe afspraken over nucleaire veiligheid buiten de aarde. Juristen pleiten voor een aanvulling op Artikel IX van het Outer Space Treaty met concrete normen over afval en ontmanteling, om te voorkomen dat de eerste grote stap naar duurzame maaninfrastructuur eindigt in nucleair ruimteafval.