Trump gaat heffingen op Chinese producten verlagen

Donald Trump heeft dinsdag tijdens een persconferentie in het Witte Huis laten weten dat de importheffingen op Chinese goederen ‘substantieel’ worden verlaagd, al zal het heffing ‘niet naar nul gaan’. Op dit moment heft Washington 145 procent invoerrechten op producten uit de Volksrepubliek; Peking reageert met 125 procent op Amerikaanse exportartikelen. De uitzonderlijk hoge heffingen vormen het hart van een handelsoorlog die beide economieën miljarden kost en de wereldmarkten nerveus maakt.

Trumps uitlatingen volgden op opmerkingen van minister van Financiën Scott Bessent. Die zei eerder op de dag in een besloten bijeenkomst dat de huidige situatie ‘onhoudbaar’ is en dat hij een ‘de-escalatie’ verwacht. Volgens een uitgelekte transcriptie, bevestigd door twee anonieme betrokkenen, stelde Bessent dat geen van beide partijen baat heeft bij het status quo. Nadat persbureau Bloomberg zijn woorden publiceerde, sprong de S&P 500-index 2,5 procent omhoog. Een signaal dat beleggers hopen op verlichting van de handelsspanningen.

Hoewel Trump de beursstijging met genoegen benoemde bij de beëdiging van Paul Atkins als voorzitter van beurswaakhond SEC, bleef hij zelf op de vlakte. “We doen het prima met China,” verklaarde de president, zonder Bessents kwalificatie ‘onhoudbaar’ te herhalen. Hij gaf wél aan bereid te zijn tot concessies: “De uiteindelijke heffing zal aanzienlijk lager uitvallen dan de huidige 145 procent.” Tegelijkertijd benadrukte hij zijn streven naar een constructieve relatie met president Xi Jinping: “We gaan heel gelukkig samenleven en idealiter samenwerken.”

In Beijing was dinsdagavond nog geen officiële reactie, maar Chinese staatsmedia spraken al van ‘populistisch protectionisme’ dat de wereldhandel ontwricht. Op het socialemediaplatform Weibo ging de hashtag “Trump geeft nederlaag toe” rond. De Engelstalige staatskrant China Daily stelde dat de Amerikaanse heffingenstrategie vooral de eigen consument treft: na de recente verhogingen zou de vraag naar Amerikaanse producten in China ‘zo goed als weggevallen’ zijn. Tegelijk waarschuwde het ministerie van Handel derde landen tegen akkoorden ‘ten koste van Chinese belangen’.

Ondertussen praat Washington met Japan, India, Zuid-Korea, de Europese Unie, Canada en Mexico over bilaterale handelsdeals. De basisheffing van 10 procent op invoer uit vrijwel alle landen blijft echter staan, zolang die hun eigen marktbarrières niet afschaffen. Volgens Witte-Huis-woordvoerder Karoline Leavitt liggen ‘achttien voorstellen’ op tafel. Maar juist dat diplomatieke schaakspel vergroot de onzekerheid op financiële markten: geldschieters vragen hogere rente op Amerikaanse staatsleningen, vanuit vrees voor vertraagde groei en oplopende inflatie.

Economen waarschuwen dat de combinatie van hoge importheffingen en mogelijk lagere rentes (Trump riep de Federal Reserve herhaaldelijk op tot een renteverlaging) de prijzen kan opdrijven terwijl mondiale toeleveringsketens worden verstoord. Amerikaanse bedrijven die afhankelijk zijn van Chinese onderdelen zien hun kosten oplopen en tegelijk verdwijnen landbouwproducten zoals sojabonen uit de Chinese markt, waardoor voorraden in de VS groeien. Sinds 2023 heeft het ministerie van Landbouw meer dan 25 miljard dollar uitgekeerd om boeren te compenseren voor verloren afzet.

Of de aangekondigde heffingsverlaging het vertrouwen herstelt, is allerminst zeker. Trump heeft in het verleden vaker scherpe koerswijzigingen doorgevoerd in zijn handelspolitiek. Pas wanneer beide landen een concreet akkoord sluiten met verlaging van invoerheffingen én meer toegang voor Amerikaanse bedrijven tot de Chinese markt, kan van een doorbraak worden gesproken. Tot die tijd blijft het spel van importheffingen en tegenheffingen als een donkere wolk boven de wereldeconomie hangen.