Amerikaanse wetenschap spreekt zich uit tegen staatsbemoeienis
Zo’n 170 presidenten van Amerikaanse universiteiten, hogescholen en wetenschappelijke genootschappen hebben vandaag de gezamenlijke verklaring ‘A Call for Constructive Engagement’ uitgebracht, een zeldzame publieke waarschuwing tegen wat zij ‘ongekende overheidsbemoeienis’ in het hoger onderwijs noemen. Onder de ondertekenaars bevinden zich zwaargewichten als Harvard University, Princeton University en Brown University, maar ook tientallen openbare ‘state flagships’ en kleine liberal‑arts colleges. Met de oproep willen de bestuurders grenzen stellen aan de recente druk die vanuit Washington wordt uitgeoefend op curricula, onderzoeksagenda’s en benoemingen.
In de tekst benadrukken zij dat universiteiten best willen meedenken over vernieuwing en verantwoording, zolang dat gebeurt zonder politieke druk. “Wij staan open voor constructieve hervormingen en verzetten ons niet tegen legitiem toezicht door de overheid,” luidt een centrale passage. “Maar wij móéten ons verzetten tegen ongepaste inmenging in het leven van iedereen die op onze campussen leert, woont en werkt.” De verklaring blijft open voor nieuwe handtekeningen, zodat instellingen zich kunnen aansluiten naarmate de situatie escaleert.
De directe aanleiding is een reeks stappen van de regering-Trump. Vorige week bevroor het Witte Huis 2,3 miljard dollar (ongeveer 2,1 miljard euro) aan onderzoeks‑ en beurzenbudgetten voor Harvard, nadat de universiteit weigerde curriculumkeuzes en faculteitsbenoemingen te laten toetsen door een federale commissie. Harvard spande daarop een rechtszaak aan wegens schending van de vrijheid van meningsuiting en inbreuk op de autonomie van de universiteit. Ook Princeton, Brown en Northwestern kregen vergelijkbare ultimatums; Columbia accepteerde de federale voorwaarden grotendeels en onthield zich vooralsnog van ondertekening.
Volgens Lynn Pasquerella, voorzitter van de Association of American Colleges and Universities (AAC&U) en mede‑organisator van de verklaring, is de brede steun een signaal dat de academische wereld de situatie uitzonderlijk ernstig vindt. “Een van de grootste krachten van het Amerikaanse hoger onderwijs is de diversiteit aan instellingen, verankerd in een gedeelde publieke taak,” verklaart zij. “Dat zoveel zittende presidenten nu gezamenlijk optreden, laat zien hoe groot de dreiging wordt ervaren.” Pasquerella kondigde aan dat er regionale bijeenkomsten komen om studenten, docenten en lokale gemeenschappen bij het gesprek te betrekken.
De spanningen passen in een breder patroon waarbij het Witte Huis universiteiten verwijt ‘links extremisme’ en antisemitisme te tolereren en diversiteits- en inclusieprogramma’s aan te moedigen. President Trump koppelt federale financiering aan eisen rond die thema’s, maar ook rond transgenderrechten en de behandeling van pro‑Palestijnse protesten. Critici spreken van ideologische audits en ‘flood‑the‑zone‑with-shittactieken’ die instellingen murw moeten maken. Brancheorganisaties zoals de American Council on Education en de American Association of University Professors onderzoeken collectieve juridische stappen tegen wat zij beschouwen als een inbreuk op academische vrijheid en shared governance.
In de verklaring waarschuwen de bestuurders dat het ontmantelen van de traditionele samenwerking tussen overheid en academische wereld niet alleen de kennisproductie, maar ook de economische vitaliteit van de Verenigde Staten in gevaar brengt. Tegelijkertijd reiken zij de hand aan beleidsmakers: “Wij nodigen de regering uit om samen te werken aan oplossingen die het publieke belang dienen, zonder onze academische kernwaarden te ondergraven.” Met die boodschap willen de ondertekenaars duidelijk maken dat zij hervormingen niet categorisch afwijzen, maar dat de collegezaal geen speelbal mag worden van partijpolitiek.