Brandweer forceert jaarlijks honderden deuren, maar wie betaalt de schade?
Brand, een medische kwestie, een verdachte situatie of als iemand zichzelf simpelweg heeft buitengesloten. De brandweer moet jaarlijks honderden deuren forceren om toegang tot een woning te krijgen. Maar wat gebeurt er nadat de brandweer weer vertrekt en wie betaalt de nieuwe deur?
Afgelopen jaar moest de brandweer 1482 keer uitrukken voor het openen van een deur, dat is zo'n vier keer per dag. Dat aantal is niet het precieze aantal deuren dat moest worden geforceerd. Ook bij meldingen over branden moet er namelijk soms en deur worden geforceerd en niet bij alle deur-meldingen is het forceren van de deur uiteindelijk nog nodig. Toch laat de brandweer weten dat de kans bestaat dat het aantal geforceerde deuren zelfs nog hoger ligt. Zo meldt AT5.
Als de brand is geblust of je kan weer in je eigen woning, zit je na de inzet van de brandweer mogelijk wel met een kapotte deur. Wat dan? De brandweer regelt zelf dat de deur wordt gerepareerd door een bedrijf dat daar in is gespecialiseerd. Als de bewoners niet thuis zijn, dan wordt er een hangslot op de deur gedaan. De nieuwe sleutel wordt of afgegeven aan de buren of de politie, dat ligt aan het contact tussen de buren. Er wordt ook een folder met contactgegevens achter gelaten voor de bewoners, voor als zij vragen hebben over de oorzaak van de schade.
Ondanks dat de brandweer de vervanging van de deur regelt, zijn de kosten van de schade voor de eigenaar van het pand. Dat kan de woningcorporatie zijn of de individuele eigenaar. Als er brand is geweest bij een bedrijfspand, waarbij de deur moest worden geforceerd, dan zijn de kosten voor de eigenaar van dat bedrijf. Je kan wel een verzekering afnemen voor dit soort situaties. Als de brandweer per ongeluk de verkeerde deur heeft geforceerd, dan betalen zij overigens wél voor de schade.
Ondanks de vele honderden deuren die worden geforceerd, wil de brandweer liever niet dat het nodig is. Om toegang tot een gebouw of woning te verlenen zonder schade, kan de brandweer gebruik maken van een zogenoemde sleutelbuis. Een metalen cilinder in de muur van een gebouw, gemarkeerd door een grote B, waarin de toegangssleutel ligt. De brandweer heeft een loper waar de buis mee kan worden geopend.
Maar de handige manier van die toegang gaat verdwijnen. De brandweer is namelijk van mening dat de verantwoordelijkheid voor toegang tot gebouwen bij de pandeigenaar moet liggen en niet bij hen. De komende vijf jaar zal de brandweer nog gebruik maken van de sleutelbuizen, maar stopt er daarna mee. Nieuwe verzoeken worden niet meer aangenomen.
De brandweer verzoekt pandeigenaren en corporaties daarom om de komende vijf jaar over te stappen naar een alternatief. Daarvoor noemt de brandweer een aantal opties. Zoals het aanwijzen van iemand die binnen twee minuten aanwezig kan zijn om de deur te openen of het gebruik van het transpondersysteem SOS-Toegang. Als de brandweer dan komt aanrijden, dan communiceert de wagen met de sleutelbuis of het slot in de deur waardoor deze automatisch ontgrendeld wordt. De ambulancedienst gebruikt dit en ook de brandweer geeft hieraan de voorkeur.
Mocht de ouderwetse sleutelbuis niet zijn vervangen door een alternatief over vijf jaar, dan zal de brandweer bij een noodsituatie weer de deur moeten forceren.