Gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties kan niet verboden worden
Het kabinet heeft geconcludeerd dat een totaalverbod op gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties niet mogelijk is. Hoewel een meerderheid van de Tweede Kamer in september 2024 aandrong op een dergelijk verbod, stellen ministers David van Weel (Justitie, VVD) en Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken, NSC) dat een absoluut verbod zowel juridisch als praktisch onhaalbaar is.
Het voorstel, eind september ingediend door JA21-leider Joost Eerdmans en SGP'er Chris Stoffer en gesteund door ChristenUnie, FvD, CDA, VVD, PVV en BBB, was bedoeld om de opsporing en vervolging van relschoppers te vergemakkelijken. Bij recente demonstraties, zoals de rellen na de voetbalwedstrijd Ajax-Maccabi Tel Aviv en pro-Palestijnse protesten in Amsterdam, maakten deelnemers gebruik van gezichtsbedekking om identificatie door politie en justitie te voorkomen.
In een brief aan de Tweede Kamer benadrukken Van Weel en Uitermark dat er situaties zijn waarin gezichtsbedekking legitiem is, zoals bij demonstraties tegen buitenlandse regimes. Demonstranten kunnen vrezen voor repercussies, zowel voor henzelf als voor familieleden. "Een vermomming kan deel uitmaken van de meningsuiting waarvoor de betoging wordt gehouden," aldus de ministers. Het kabinet stelt dat een totaalverbod te veel inbreuk zou maken op het grondwettelijke demonstratierecht en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
Hoewel een algemeen verbod niet mogelijk is, biedt de Wet openbare manifestaties (Wom) burgemeesters al de mogelijkheid om beperkingen op te leggen. Zo kan gezichtsbedekkende kleding vooraf of tijdens een demonstratie worden verboden als dat nodig is om wanordelijkheden te voorkomen. Het kabinet onderzoekt of deze bevoegdheden aangescherpt kunnen worden, maar benadrukt dat iedere maatregel proportioneel moet zijn.
De discussie over gezichtsbedekkende kleding is onderdeel van een breder debat over het demonstratierecht in Nederland. Het kabinet erkent dat de meeste demonstraties vreedzaam verlopen, maar maakt zich zorgen over de toename van ontwrichtende acties. In de afgelopen jaren zijn blokkades van snelwegen, zoals door Extinction Rebellion en boerenprotesten, een steeds groter probleem geworden.
De ministers wijzen erop dat de politie vaak moeite heeft om relschoppers op te sporen als zij onherkenbaar blijven door het dragen van sjaals, mutsen of mondkapjes. Tegelijkertijd benadrukken zij dat het demonstratierecht een fundamenteel recht is dat beschermd moet worden. "Demonstraties mogen schuren, maar waar grenzen worden overschreden, stopt het begrip."
Een wetenschappelijk onderzoek naar het demonstratierecht, uitgevoerd door het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), moet meer duidelijkheid bieden over de juridische en praktische mogelijkheden om onderscheid te maken tussen vreedzame demonstraties en ordeverstorende acties. De resultaten van dit onderzoek worden in de zomer van 2025 verwacht.
Hoewel sommige partijen aandringen op strengere regels, blijft het kabinet terughoudend bij het opleggen van landelijke beperkingen. Premier Schoof gaf eerder aan sympathie te hebben voor een verbod, maar de juridische realiteit dwingt tot voorzichtigheid. Het kabinet werkt momenteel aan een verkenning naar mogelijke aanvullende maatregelen. De Kamer wordt hierover in het voorjaar van 2025 geïnformeerd.
Met de huidige stand van zaken lijkt een absoluut verbod op gezichtsbedekkende kleding dus definitief van tafel. In plaats daarvan zal het kabinet zich richten op bestaande lokale bevoegdheden en het verbeteren van politiecapaciteit om specifieke gevallen van ordeverstoring effectiever aan te pakken.