Soevereinen blijken blijvertjes
In de coronatijd bleken ze ineens te bestaan: mensen die zich soeverein noemen, die publiekelijk verklaren dat zij zich niet meer hoeven te houden aan de regels van wat zij zien als een ‘illegitieme overheid’. Aanvankelijk wekten zij verbazing, verwarring en soms hilariteit, maar naarmate de pandemie vorderde en de maatschappelijke onrust toenam, sloten steeds meer mensen zich aan. De coronacrisis fungeerde als een katalysator: wantrouwen jegens de overheid, onvrede over bestaande instituties en het gevoel van machteloosheid vormden de voedingsbodem waarin het soevereine gedachtegoed snel wortel schoot.
Sindsdien is de beweging niet meer verdwenen. Ze heeft zich juist verder ontwikkeld, met eigen leergemeenschappen, online netwerken en, in de meest extreme gevallen, zelfs zelfbenoemde tribunalen en ‘sheriffs’. De beweging lijkt behoorlijk zelfdestructief: wie zich er serieus mee in laat, komt vroeg of laat ernstig in de problemen en eindigt mogelijk zelfs op straat. Toch sterft de beweging voorlopig zeker nog niet uit en maakt de populariteit van deze extreme complottheorie zelfs af en toe wat groeispurts mee.
Soevereiniteit is in essentie het idee dat iemand losstaat van elke vorm van verplichting of autoriteit die niet door die persoon zelf is aanvaard. Wie zichzelf soeverein verklaart, stelt op papier te breken met de wetten en regels van een bestaand staatsbestel en pretendeert dat er geen enkele wet, belasting of verordening officieel geldt, tenzij hij of zij daar uitdrukkelijk mee instemt. In de meest radicale vorm leidt dit tot situaties waarin mensen de overheid geheel verwerpen en daadwerkelijk stoppen met het betalen van belastingen, boetes, verzekeringen en zelfs de huur.
Hoewel die keuze in praktisch opzicht snel tot problemen leidt, wint het soevereine gedachtegoed de laatste jaren aan populariteit in Nederland. Een groeiend aantal burgers stuurt brieven naar de Belastingdienst, gemeente of andere overheidsinstanties met de boodschap dat ze de autoriteit van de staat niet langer erkennen en dat ze hun eigen parallelle samenleving willen vormgeven. Die parallelle samenleving kan uiteenlopen van iets relatief onschuldigs, zoals het opzetten van een eigen moestuin en alternatieve onderwijsvormen, tot radicalere stappen, zoals het afwijzen van alle overheidsbemoeienis en het aankondigen van ‘burgerarresten’ of zelfs gewapende actie wanneer politie of deurwaarders hun recht komen halen.
De Nederlandse soevereinen
Wie de Nederlandse media volgt, ziet regelmatig berichten over zogeheten ‘radicale soevereinen’. Het Openbaar Ministerie heeft inmiddels meerdere strafzaken lopen tegen groepen en individuen die geweld niet zouden schuwen en die plannen zouden koesteren om de overheid omver te werpen. Er is echter ook een veel grotere groep soevereinen die geen geweld voor ogen heeft, maar vooral hoopt aan financiële verplichtingen te ontsnappen en los te komen van een systeem waarin ze zich klemgezet voelen. Hun beweegredenen variëren: sommigen zijn teleurgesteld in de politiek, voelen zich niet gehoord of zijn verontwaardigd over crises zoals de toeslagenaffaire of het moeizaam afhandelen van aardbevingsschade in Groningen. Anderen hebben schulden of zitten in de bijstand en raken overtuigd van valse beloftes dat uitschrijving uit de Nederlandse ‘overheidscorporatie’ hen financieel zou bevrijden. Wat hen bindt, is het idee dat de staat geen rechtmatige autoriteit over hen uitoefent.
De groei van het soevereine gedachtegoed valt in Nederland ongeveer samen met een aantal crises en ontwikkelingen die het vertrouwen van burgers in de overheid hebben geschonden. De coronapandemie vormt een van de zichtbare katalysatoren, omdat die van bovenaf opgelegde maatregelen met zich meebracht zoals de lockdown, de avondklok en het gebruik van QR-codes. Ook de toeslagenaffaire liet diep wantrouwen achter. Momenteel ondermijnt ook de huidige regering actief het vertrouwen in de politiek en de overheid.
Soms noemen soevereinen zelf dat de kritische momenten in hun leven, zoals schulden, conflicten over kinderopvang of het mislopen van overheidssteun, hen uiteindelijk richting alternatieve denkbeelden hebben gestuurd. Ze zoeken een uitweg die buiten het reguliere bestel ligt. In die zoektocht worden ze online benaderd door soevereiniteitsgoeroes die hen beloven dat er een manier bestaat om zich uit te schrijven, op te zeggen of, in de meest radicale variant, hun ‘geboren soevereiniteit terug te eisen’.
Een veelvoorkomende misconceptie onder deze complotdenkers is de veronderstelling dat alle wetten in wezen contracten zijn. Omdat niemand ooit expliciet heeft ondertekend dat hij of zij akkoord gaat met die wetten, zouden ze volgens soevereinen daarom niet geldig zijn. Het is een misvatting die in de grond botst met elke rechtsopvatting binnen de moderne staat, maar die in hun eigen kanalen en Telegram-groepen als zeer aannemelijk wordt gepresenteerd.
De Nationale Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) hebben in diverse rapporten aangegeven dat het aantal soevereinen in Nederland de laatste jaren is toegenomen. De AIVD schat dat enkele tienduizenden Nederlanders in mindere of meerdere mate sympathiseren met het soevereine gedachtegoed, al hoeft dat niet te betekenen dat al deze mensen zich ook radicaal opstellen of daadwerkelijk stoppen met het betalen van belastingen. Het gaat immers om verschillende gradaties: van mensen die zo nu en dan in online discussies aangeven dat ze de staat niet meer vertrouwen, tot mensen die brieven sturen en uiteindelijk dreigementen uiten richting ambtenaren, deurwaarders of politici. De sterkste groei in aantallen lijkt zich rond de coronacrisis te hebben voltrokken, maar ook daarna bleef een deel van de gecreëerde netwerken bestaan.
Veel soevereinen zitten in Telegram-groepen die namen dragen als “Vrij Vechtdal,” “Twente in Opstand” of “Zwolle Verbindt.” In zulke groepen wisselen ze onderling juridische trucs uit en posten ze voorbeeldbrieven die anderen kunnen kopiëren en opsturen. Ze delen hun ervaringen met deurwaarders, Belastingdienst, rechtbanken of politie. In die interacties krijgt men dan te horen dat men er bijvoorbeeld goed aan doet om het zogenaamde ‘burgerslavennummer’ (waarmee het Burgerservicenummer wordt bedoeld) af te wijzen. Tegelijkertijd praten ze elkaar moed in als ze merken dat overheidsinstanties moeilijk vat op hen krijgen of dat bepaalde ambtenaren verward raken door de brij aan pseudo-juridische correspondentie.
Vanuit het perspectief van gemeenten, de Belastingdienst en deurwaarders is deze situatie hoogst complex en tijdrovend. Ambtenaren worden overspoeld door brieven waarin mensen verklaren dat alle belastingen en boetes vanaf nu ongeldig zijn. Soms ondertekenen soevereinen die brieven met vingerafdrukken in rode inkt, in de veronderstelling dat dit een extra juridische kracht zou geven. Anderen voegen er verwijzingen aan toe naar zogenaamd ‘gewoonterecht’ of naar maritiem recht uit de zeventiende eeuw en menen dat de moderne rechtsorde daaraan ondergeschikt is.
Vaak is het contact met deze burgers moeizaam, omdat elke poging om de situatie uit te leggen weer stuit op de bewering dat de ambtenaar geen bevoegdheid zou hebben. Daarnaast zijn er gevallen bekend waarin soevereinen overgaan tot intimidatie of bedreiging. Het delen van privégegevens van deurwaarders of ambtenaren in online kanalen, ook wel doxing genoemd, is een methode om druk uit te oefenen. Er zijn in het afgelopen jaar incidenten geweest waarbij deurwaarders werden vastgehouden tijdens een beslaglegging of waar politieagenten te maken kregen met hevig verzet. In sommige van die gevallen is een strafrechtelijk traject opgestart.
De inzet van het Openbaar Ministerie en de rechtelijke macht is vooral gefocust op concrete strafbare feiten (fraude, bedreiging, opruiing, illegaal wapenbezit) en niet op de ideeënwereld zelf. Het Nederlandse rechtssysteem kan immers niet zomaar het verspreiden van complottheorieën, pseudowetgeving of fantasiedocumenten verbieden. Toch rijst steeds vaker de vraag of sommige aanjagers en goeroes niet strafrechtelijk aangepakt zouden moeten worden omdat zij met valse beloften mensen die zich in een kwetsbare positie bevinden ertoe verleiden om schulden te negeren, boetes niet te betalen of ambtenaren te bedreigen. Zelfbenoemde ‘juridische adviseurs’ verkopen vaak kostbare cursussen of pamfletten waarin staat dat men zomaar uit de overheid kan stappen. In de praktijk leidt dit tot oplopende schulden, huisuitzettingen en uiteindelijk soms erg schrijnende situaties.
De rechtswetenschapper Luuk de Boer (Rijksuniversiteit Groningen) benadrukt dat deze soevereinen niet enkel gek of dom zijn, maar dat ze wel degelijk een onderliggende frustratie verwoorden over de gebrekkige inspraak en het groeiende gevoel van afhankelijkheid in een complexe maatschappij. De coronacrisis liet zien dat de overheid met één pennenstreek een avondklok kon instellen of digitale toegangsregels (QR-codes) kon opleggen, zonder dat veel mensen het idee hadden daar invloed op te hebben. Dat voedt het gevoel dat de zogenaamde ‘liberale belofte’, de gedachte dat we allemaal vrij zijn om ons leven in te richten zoals wij dat willen, in de praktijk een illusie kan zijn. De Boer wijst erop dat een te harde of lacherige reactie de kloof alleen maar verdiept. Wie soevereinen enkel uitlacht en wappies, mafklappers of achterlijk complottuig noemt, bevestigt hun gevoel dat de reguliere samenleving hen niet serieus neemt. Wie ze criminaliseert op basis van hun ideeën jaagt hen mogelijk nog verder de extremere hoeken in. Tegelijkertijd is het zeker niet wenselijk voor een overheid om alle absurde claims klakkeloos te tolereren. Er is dus een delicate balans tussen ingrijpen waar het de orde en veiligheid betreft, en de dialoog openhouden om escalatie te voorkomen.
Hoewel Nederland geen centrale, overkoepelende soevereinenbeweging kent, zien we wel dat de meeste soevereinen hun inspiratie uit het buitenland halen. Met name uit de Verenigde Staten, maar ook uit Canada, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland, verspreiden zich soortgelijke gedachtenstromingen over zogenaamd illegale staatsbestellen.
Soevereinen in het buitenland
In Duitsland kennen we de zogenoemde Reichsbürger of Souveränisten, die menen dat de Bondsrepubliek Duitsland niet de opvolger is van het Duitse Rijk. Zij beschouwen de moderne staat als een marionet die na de Tweede Wereldoorlog door de geallieerden zou zijn opgezet. In sommige gevallen beweren ze dat Duitsland nog altijd bezet gebied is en dat de huidige wetgeving daarom geen geldigheid heeft. Ook daar zien we dat er zowel relatief vreedzame groepen bestaan, die vooral bureaucratisch verzet plegen door brieven te schrijven en zich uit te schrijven, als gewelddadiger afsplitsingen. De Duitse autoriteiten hebben een reeks incidenten meegemaakt waarin Reichsbürger zich verzetten tegen politiecontroles, wat soms tot dodelijk geweld heeft geleid. Verschillende deelstaten hebben speciale afdelingen die zich met deze groepen bezighouden. De omvang van het probleem is groter dan menig Duitser denkt: binnen de Reichsbürgerbeweging zijn duizenden aanhangers geïdentificeerd en er worden aanzienlijke hoeveelheden (legale en illegale) wapens in omloop gevonden.
In Canada bestaat de “Freeman on the land”-beweging. Binnen die beweging is het idee wijdverspreid dat de moderne staat slechts een soort corporatie is en dat je op basis van oude Engelse common law en door een reeks verklaringen en formulieren te ondertekenen kunt ‘uittreden’. Net als in Nederland komt dat tot uiting in het weigeren van het betalen van belastingen, het negeren van overheidsdwang en het niet erkennen van de legitimiteit van lokale rechtbanken. De Canadese freemen zijn bijzonder actief op sociale media en hebben tal van handleidingen opgesteld met argumentaties die soms decennia meegaan, maar steeds in een iets moderner jasje gestoken worden. De Canadese rechterlijke macht krijgt dan ook regelmatig te maken met stapels ingediende procedures, waarin de meest curieuze theorieën worden aangevoerd om arresten ongedaan te maken of eigendomsvorderingen te claimen. Rechters moeten zich herhaaldelijk uitspreken over wat men ‘pseudo-juridisch geschrift’ noemt. In veel gevallen wordt dit direct verworpen, maar het veroorzaakt wel een overbelasting van de gerechtelijke instanties en veel verwarring bij overheidsmedewerkers.
In Australië en het Verenigd Koninkrijk komen eveneens gelijkaardige opvattingen voor. Dergelijke ideeën verspreiden zich snel over de hele Engelstalige wereld, mede door de globalisering en de connecties die inmiddels eenvoudig te leggen zijn via internet. In al die landen bestaat er een hoofdlijn waarbij mensen hun eigen regering niet langer als legitiem erkennen. Soms verklaren ze heel concreet dat hun grondwet nietig is of dat een cruciaal document in de geschiedenis nooit wettig is ondertekend, waardoor zij menen geen enkele wettelijke plicht te hebben jegens die staat. De Australische variant kent bijvoorbeeld individuen die claimen dat de grondwet stamt uit een tijd dat Australië nog een Britse kolonie was en dat de federale autoriteit in feite nooit rechtsgeldig is doorgevoerd. Ook deze bewegingen kennen hun gradaties en hun radicale marginale groepen die geweld niet uitsluiten.
Oorsprong van de soevereinen
Wanneer we naar de bakermat van het soevereine gedachtegoed zoeken, stuiten we op de Verenigde Staten. Daar is het idee van ‘individual sovereignty’ niet los te zien van de vroege anti-belastingbewegingen die in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw opkwamen. In die periode begonnen extremistische groeperingen, vaak sterk beïnvloed door antisemitische en racistische denkbeelden, zich te verzetten tegen federale inmenging in lokale aangelegenheden. De opkomst van de ‘Posse Comitatus’-beweging in de rurale gebieden van de VS vormt een belangrijk ijkpunt. Deze groep predikte niet alleen dat de federale overheid onrechtmatig was, maar ook dat de enige echte legitieme machthebber in een county de sheriff was, gekozen door het volk. De latere soevereinencultuur ontwikkelde daarop voort, met de bewering dat de overheid in Washington D.C. eigenlijk niets te zeggen heeft over vrije burgers.
Gaandeweg kwam daar een extra laag bij: complottheorieën over verborgen goudstandaarden, grote trustfondsen die bij ieders geboorte zouden zijn opgezet en de claim dat de VS geen common law-land meer zou zijn, maar een ‘admiralty law corporation’ die mensen als handelswaar beschouwt. Het uiteindelijke gevolg is ook hier weer een wirwar van argumenten die leunen op oude gerechtelijke uitspraken, misinterpretaties van jurisprudentie en misbruik van juridische termen.
Deze Amerikaanse soevereine stromingen worden door de FBI al lange tijd gezien als een van de gevaarlijkste vormen van binnenlands extremisme, omdat er meerdere incidenten zijn geweest waarbij soevereinen politieagenten doden, zich gewapend verschansten tegen federale diensten of rechtszittingen verstoorden. Groepen als de ‘Montana Freemen’ gebruikten in de jaren negentig vervalste cheques, eigen arrestatiebevelen en sloegen daarmee gaten in het bankensysteem, totdat de FBI na een lang conflict ingreep. Sommige soevereinen sloten allianties met militiebewegingen, neonazigroeperingen en andere delen van de radicale extreemrechtse onderstroom in de VS.
De Amerikaanse soevereinenbeweging is dus zeker niet puur een vreedzame protestcultuur, maar een mengsel waarin de stap naar geweld relatief snel gezet kan worden. Ook de misinterpretatie van het Tweede Amendement, het grondwetsartikel dat het recht op wapenbezit beschermt, speelt een rol. De soevereinen menen dat ze gewapend moeten zijn om zichzelf te verdedigen tegen wat zij noemen ‘illegitieme inmenging’ van de federale regering.
Daarmee zien we ook hoe deze beweging voortdurend nieuwe aanhang vindt in crisistijden. De kredietcrisis van 2008 bracht weer een impuls, de coronacrisis deed dat opnieuw, en schandalen rond presidentsverkiezingen voedden eveneens het idee dat ‘Washington’ niet deugt.
Hoewel de radicale vuurhaard in de VS groter is, vinden de ideeën steeds gemakkelijker hun weg naar Europa. Onder meer door sociale media of door internationale seminars (in pre-coronatijd) waar Amerikaanse ‘sovereign citizens’ in Canada, het Verenigd Koninkrijk en zelfs in Nederland cursussen kwamen geven. De ‘Redemption theory’ of ‘Accepted for Value’-theorie, waarbij mensen geloven dat een factuur of boete kan worden afbetaald met een fictief fonds door er enkele zinnetjes of stempels op te plaatsen, is een typisch Amerikaans exportproduct dat in Nederland en Duitsland zijn intrede heeft gedaan.
De achtergrond van de soevereinenbeweging
De globale achtergrond van dit alles kan men samenvatten als een diepgeworteld anti-institutioneel denken. In bijna elk westers land bestaat er een traditie van wantrouwen tegen de staat, maar onder normale omstandigheden blijft die stroming klein en marginaal. Zodra er echter economische tegenslag, grootschalige overheidsingrijpen of politieke crises zijn, groeit het animo voor ideeën die een radicale individuele vrijheid beloven. Mensen met zorgen, schulden of verontwaardiging krijgen van soevereinengroepen te horen dat ze zichzelf kunnen verlossen van al dat institutionele juk. Ze voelen zich daardoor eindelijk gehoord. Dat maakt het ook moeilijk om het fenomeen terug te dringen, want oprechte grieven over bureaucratie, politieke corruptie of economische ongelijkheid krijgen in deze hoek een radicale interpretatie.
Wie de ontwikkeling van soevereinendenken bekijkt, ontdekt dat het samenhangt met de oudere traditie van complotdenken. Veel soevereinen geloven dat een kwaadaardige elite achter de schermen de touwtjes in handen heeft, waarbij regeringen slechts uitvoerders zijn van een groot plan. Dat plan kan volgens de ene bron gaan over depopulatie, volgens de andere over het opsluiten van mensen in wat zij noemen ‘digitale slavernij’, maar de gemene deler is dat de overheid niet vanuit zichzelf zou handelen, maar als stroman van schimmige machten. Door die gedachte kan elk overheidsoptreden, zelfs een redelijk of nuttig beleid, verdacht gemaakt worden. Het idee is immers dat alle schijnbaar redelijke zaken stiekem onderdeel zijn van een sinister complot. Zo zagen we in Nederland en elders dat de coronamaatregelen door een deel van de bevolking werden geïnterpreteerd als een stap op weg naar een totalitaire staat. Wanneer men toch al een soevereine basishouding heeft, ligt het voor de hand om dan maar te zeggen: ik ben hier niet mee akkoord gegaan, dus deze regels gelden niet voor mij.
Escalaties
Het is opvallend dat slechts een beperkte subgroep werkelijk gewelddadig is. De meeste soevereinen in Nederland beperken zich tot het sturen van brieven, het weglopen uit overleg en het niet betalen van rekeningen. Dat is al hinderlijk genoeg, met name omdat de overheid hier telkens mee geconfronteerd wordt en omdat het bij wet simpelweg niet mogelijk is voor iemand om zich ‘uit te schrijven uit de staat’ en tegelijkertijd gewoon in Nederland te blijven wonen.
De vraag is echter niet of, maar wanneer deze situatie voor individuele soevereinen zal escaleren. Wanneer men namelijk bijvoorbeeld een huisuitzetting wil uitvoeren en de bewoner heeft het standpunt dat ‘de gemeenteraad niet over hem gaat en dat de rechter geen autoriteit heeft’, kan dat uitmonden in een heftige confrontatie. De AIVD en de NCTV waarschuwen voor een mogelijke toename van geweld. Diverse rapporten benadrukken dat de percentages nu misschien nog klein zijn, maar dat het niet veel hoeft te schelen of een deel van deze mensen grijpt naar gewelddadig verzet wanneer ze zich in het nauw gedreven voelen.
Een cruciale vraag is hoe men soevereinendenken moet tegengaan zonder die radicalisering verder te voeden. Dat is ingewikkeld, omdat de overheid niet kan toegeven aan de valse claims (dan ondermijnt ze zichzelf), maar te hard optreden kan de overtuiging bij soevereinen versterken dat de staat hen keihard onderdrukt. Rechtswetenschappers en sociologen pleiten daarom voor een aanpak die duidelijke grenzen stelt waar het echt gevaarlijk wordt (bedreiging, oplichting, wapenbezit, geweld) maar tegelijkertijd oog houdt voor de achterliggende frustraties. Het fenomeen van parallelle samenlevingen is niet zo groot dat het de rechtsorde direct omver zal werpen, maar het kan wel leiden tot onnodig veel persoonlijk leed en escalaties in de wijken of dorpen. Sommige kinderen die door soevereine ouders van school worden gehouden, lopen vertraging op in hun ontwikkeling. Mensen die hun huur niet meer betalen, komen uiteindelijk op straat te staan. Er is dus een sociale dimensie die vraagt om hulpverlening en goede voorlichting, eerder dan puur juridische handhaving.
De geschiedenis van soevereinen
Wie de historische lijn doortrekt, ziet dat dit soort bewegingen, of het nu soevereinen, vrijburgers, ‘Montana Freemen’ of ‘Reichsbürger’ zijn, teruggaan op een diep liggende trek in de westerse cultuur: de wens van het individu om vrij en autonoom te zijn, gecombineerd met een argwaan jegens de staat. Dat is zeker niet per se iets negatiefs: het kan ook leiden tot kritische burgers, nieuwe sociale experimenten en zogenoemde grassroots-initiatieven. Het wordt echter problematisch op het moment dat de staat in het geheel als illegitiem wordt gezien en de gezamenlijk afgesproken regels en wetten worden afgedaan als dode letter. In een complexe samenleving is het immers onrealistisch om te denken dat mensen geheel zelfvoorzienend kunnen leven zonder enig beroep te doen op collectieve voorzieningen. De historische claims over ‘natuurrecht’ of ‘gewoonterecht’ zijn bovendien niet alleen flauwekul, maar ze zijn ook niet toepasbaar in de context van een moderne rechtsstaat met talloze wettelijke regelingen en internationale verdragen.
Een ander belangrijk historisch verschijnsel is de cyclische opkomst van extreem complotdenken in tijden van crisis. De Verenigde Staten vormen hiervan een illustratief voorbeeld: telkens wanneer de federale overheid meer macht uitoefent, bijvoorbeeld na terroristische aanslagen of economische rampen, groeit de roep in sommige kringen dat de overheid onwettig handelt. Na 2008 was het het redden van banken en het sturen van enorme stimuleringspakketten dat woede opriep bij libertair ingestelde burgers. Na 2020 en de coronacrisis gold hetzelfde rond vaccins en lockdowns.
De soevereinen delen met veel andere complotdenkers een wantrouwen in de formele politiek, de media en de rechterlijke macht. Men acht deze instituties samengebald in een complot, in plaats van instituties die elkaar controleren. Wat we in de recente geschiedenis zien, is een verregaande internationalisering via sociale media. Ideeën uit de VS worden in Duitse of Nederlandse context toegepast en vaak kloppen de verwijzingen naar de grondwet dus niet eens met de realiteit van het betreffende land. Ze duiken echter wel op in brieven en rechtbankprocedures, die doorgaans verre van coherent zijn en inhoudelijk geen enkele basis hebben, maar wel voor een extra en onnodige druk op de systemen zorgen.
De toekomst van de Nederlandse soevereinenbeweging
In Nederland zien we geen snelle groei naar gewapende gemeenschappen, maar wel het oprichten van zogenaamde ‘common law courts’ en de benoeming van eigen ‘sheriffs’. De gedachte is dat men als burger iemand kan arresteren wanneer men oordeelt dat de ander het ‘hogere recht’ schendt. Dat is natuurlijk niet juridisch geldig, maar binnen de bubbel van soevereinen kan het buitengewoon overtuigend overkomen.
Zodra deze soevereinen echter met reële tegenslagen geconfronteerd worden, zoals uithuiszetting of beslaglegging, is de drempel om geweld te gebruiken niet heel hoog. De rechtspraak in Nederland heeft daar tot dusver weinig ruimte voor gelaten: in diverse zaken is geoordeeld dat soevereine ideeën geen juridische rechtsgrond kennen en dat iemand die zich soeverein verklaart niet wordt vrijgesteld van zijn of haar verplichtingen. In sommige gevallen nemen rechters de moeite om dit hele gedachtegoed te ontleden en te bekritiseren, maar dat heeft niet altijd het gewenste effect: net als andere complotdenkers zijn ook soevereinen immuun voor ratio.
De toekomst van de soevereinenbeweging in Nederland en elders in de wereld hangt sterk samen met de stabiliteit van de maatschappij en het vertrouwen in de overheid. Mocht de onvrede, de kloof tussen burger en politiek en de economische druk blijven toenemen, dan bestaat de kans dat steeds meer mensen vatbaar worden voor de verleiding van ‘je eigen regels maken’. In hoeverre dat escaleert of zelfs uitloopt op geweld, zal afhankelijk zijn van factoren als de beschikbaarheid van wapens en de mate waarin kleine groepen elkaar opjutten. Wat betreft geweldsincidenten is Nederland in vergelijking met de Verenigde Staten aanzienlijk minder risicovol, omdat hier de wapenwetgeving strenger is en de cultuur rond wapens anders. Toch zijn er al diverse gevallen van intimidatie en bedreiging geweest. De opvatting dat ‘het systeem hoe dan ook corrupt is’, kan iemand die zich in het nauw gedreven voelt zomaar tot harde acties drijven.
Uiteindelijk laat de geschiedenis van extreem complotdenken zien dat het zeker niet in de eerste plaats gaat om rationele juridische argumenten. Mensen die zich tot de soevereinen wenden, zoeken houvast in een wereld die zij als chaotisch ervaren. Ze proberen de macht terug te pakken, te verklaren hoe de wereld 'echt' in elkaar steekt en bieden met hun overtuigingen een alternatief waarin hun eigen autonomie veilig zou zijn. Hoe irreëel dat alternatief vanuit juridisch oogpunt ook is, binnen hun bubbel voelt het als een bevrijding. Tot aan het punt waarop deurwaarders of politie daadwerkelijk voor de deur staan, lijkt het vaak een logisch en aantrekkelijk narratief. Pas wanneer het onvermijdelijke conflict met de staat zich aandient, of wanneer mensen die van die soevereine constructies gebruikmaakten voor grote financiële problemen komen te staan, daalt het besef dat dit pad niet werkt in de praktische werkelijkheid.
De crux van deze ontwikkeling ligt in de wisselwerking tussen reële maatschappelijke spanningen (economische ongelijkheid, gebrekkige participatie, wantrouwen in instanties, globalisering van economische en politieke macht) en collectieve gevoelens van onmacht. De soevereinenbeweging is feitelijk de radicale consequentie van een situatie waarin de burger zijn eigen land als onherkenbaar, ontoegankelijk of zelfs vijandig ervaart. Gelukkig kiest lang niet iedereen voor het pad van soevereiniteit, maar de aanknopingspunten zijn voor velen herkenbaar: wie heeft nooit eens het gevoel gehad dat besluitvorming over zijn of haar hoofd heen werd genomen? Wie heeft nooit eens aan de bureaucratie van de staat getwijfeld? In rustige perioden worden dergelijke vragen zonder al te veel radicalisme gesteld. Zodra de druk echter oploopt, kan het besef dat er misschien wél een alternatieve route is, tot snelle escalaties leiden.
In bredere zin staat het soevereine verschijnsel symbool voor een groeispurt van complotdenken in het algemeen. Politieke instituties en de media hebben hier geen eenduidig antwoord op. Waar men voorheen complotdenkers nog kon wegzetten als wappies, gekkies of BNW-idioten, blijkt dat sociale media die groepen in korte tijd kunnen laten uitgroeien tot complete sociale bewegingen. De vraag hoe je die mensen terugwint en hoe je verdere afkalving van het institutionele vertrouwen voorkomt, is niet makkelijk te beantwoorden. Een belangrijk element lijkt te zijn dat men voldoende ruimte en respect toont voor kritiek en frustratie, zonder tegelijk de democratische waarden los te laten. Het idee van soevereiniteit roept immers niet alleen afwijzing op, maar toont ook een verlangen om het leven in eigen handen te nemen, iets wat velen in zekere mate delen.