Na 13 jaar burgeroorlog wankelt Assad-regime

De Syrische burgeroorlog, die in 2011 begon als een opstand tegen het autoritaire regime van Bashar al-Assad, lijkt nu toch eindelijk een keerpunt te hebben bereikt. Na meer dan een decennium van bloedige gevechten, miljoenen vluchtelingen en ontelbare verliezen, staat het regime dat ooit onwrikbaar leek nu op instorten. De recente bliksemsnelle opmars van oppositiegroepen, geleid door de islamistische alliantie Hayat Tahrir al-Sham (HTS), heeft grote delen van Syrië, waaronder strategisch en symbolisch belangrijke steden zoals Aleppo, Hama, Daraa en Sweida, uit Assads invloed gehaald. Deze ontwikkelingen zijn niet alleen een militaire, maar ook een geopolitieke aardverschuiving die verstrekkende gevolgen heeft voor Syrië en de regio.

In slechts één week tijd hebben de rebellen enkele van de belangrijkste steden van het land heroverd. Aleppo, de grootste stad van Syrië, viel als eerste, gevolgd door Hama, een cruciaal knooppunt voor de bevoorrading van het regime. Kort daarna werden Daraa, de wieg van de revolutie, en Sweida in het zuiden ingenomen. De snelheid en effectiviteit van deze offensieven hebben de Syrische regeringstroepen volledig overrompeld. Homs, de derde grootste stad van Syrië, staat nu op het punt te vallen. Het verlies van deze stad zou de verbinding tussen Damascus en het door Assad gecontroleerde kustgebied verbreken en daarmee de laatste adem van het regime inluiden. De situatie is ongekend; nooit eerder in de oorlog heeft het regime in zo’n korte tijd zoveel cruciale posities verloren.

De opmars van de oppositie heeft niet alleen militaire, maar ook humanitaire en symbolische dimensies. In de bevrijde steden, zoals Hama, werden gevangenissen geopend, waardoor duizenden politieke gevangenen, sommigen na decennia van gevangenschap, de vrijheid herkregen. Voor velen in Syrië en daarbuiten was dit een moment van immense vreugde en emotie, maar het benadrukte ook de gruweldaden die onder Assads bewind plaatsvonden. Het ‘Koninkrijk van Stilte’, zoals het beruchte gevangeniswezen van Syrië vaak werd genoemd, belichaamde de onderdrukking en wreedheid van het regime. De vrijlating van gevangenen biedt families hoop op hereniging met dierbaren, hoewel chaos en onzekerheid overheersen bij het identificeren van de vrijgelatenen en het terugbrengen van hen naar hun families.

Tegelijkertijd heeft de opmars van de oppositie de machtsverhoudingen in Syrië drastisch veranderd. Het Syrische leger is gedemoraliseerd en sterk verzwakt. Soldaten kampen met een lage moraal, corruptie en slechte betaling, ondanks recente loonsverhogingen. Bondgenoten van Assad, zoals Rusland, Iran en Hezbollah, lijken hun prioriteiten elders te hebben gelegd. Rusland is verwikkeld in de oorlog in Oekraïne en heeft onvoldoende middelen om de Syrische regering substantieel te ondersteunen. Iran, dat altijd een belangrijke bondgenoot van Assad is geweest, ziet zich geconfronteerd met interne problemen en druk van Israël, dat regelmatig Iraanse stellingen en wapenroutes in Syrië bombardeert. Hezbollah heeft veel van zijn strijdkrachten uit Syrië teruggetrokken om zich te concentreren op het conflict met Israël.

De geopolitieke implicaties van de huidige ontwikkelingen zijn enorm. Voor Iran zou het verlies van Syrië een zware klap zijn voor zijn invloed in de regio en voor de zogenaamde ‘As van Verzet’, een netwerk van bondgenoten en milities dat Teheran gebruikt om zijn macht uit te breiden. Voor Rusland zou de val van Assad betekenen dat Moskou zijn belangrijkste strategische bondgenoot in het Midden-Oosten verliest, wat de bredere ambities van Rusland om zich als grootmacht te profileren zou ondermijnen. Tegelijkertijd zouden Westerse en Arabische landen voor een dilemma staan. Hoewel zij graag zien dat de Iraanse invloed in Syrië wordt teruggedrongen, vrezen zij dat een overwinning van HTS en andere islamistische groepen zal leiden tot de oprichting van een radicale staat die nog grotere instabiliteit in de regio veroorzaakt.

Turkije, dat de oppositie al jaren steunt, speelt een complexe rol in deze situatie. Terwijl het de recente opmars van de rebellen positief lijkt te benaderen, blijft het ook diplomatieke betrekkingen met Rusland en Iran onderhouden om een oplossing te vinden voor het conflict. Tegelijkertijd blijft Turkije streven naar een bufferzone langs zijn grens met Syrië en het aanpakken van Koerdische militante groepen, die Ankara als een bedreiging beschouwt. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan heeft meerdere malen aangedrongen op onderhandelingen met Assad, maar de huidige dynamiek lijkt de Syrische president in een positie van zwakte te dwingen, wat Ankara mogelijk in staat stelt concessies te eisen.

De impact van deze ontwikkelingen op de Syrische bevolking is immens. Meer dan 500.000 mensen zijn sinds het begin van de burgeroorlog omgekomen en miljoenen zijn gevlucht, veelal naar het buitenland. De recente gevechten hebben geleid tot een nieuwe massale ontheemding, met honderdduizenden mensen die proberen te vluchten voor het huidige geweld. De humanitaire situatie in het noorden van Syrië is kritiek, met tekorten aan voedsel, water en medische hulp. Tegelijkertijd groeit de angst onder religieuze en etnische minderheden, zoals de Alawieten, Druzen en christenen, die vrezen voor hun toekomst in een door radicale soennitische islamisten gedomineerd Syrië.

De internationale gemeenschap reageert verdeeld op de ontwikkelingen. De Verenigde Naties hebben opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren en humanitaire hulpverlening, maar er is weinig consensus over hoe de situatie moet worden aangepakt. Westerse landen, die lange tijd sceptisch stonden tegenover het steunen van de oppositie vanwege de invloed van extremistische groepen, hebben geen duidelijke strategie. Arabische staten, die in het verleden oppositiegroepen hebben gesteund, lijken nu terughoudend om volledig afstand te nemen van Assad, omdat zij vrezen voor de chaos die zijn val zou kunnen veroorzaken.

Ondertussen blijft het lot van Damascus, het hart van het Syrische regime, onzeker. De oppositie heeft duidelijk gemaakt dat haar uiteindelijke doel het omverwerpen van het regime is. Het regime heeft troepen teruggetrokken uit andere regio's om Damascus te verdedigen, maar het is de vraag of het deze laatste vesting kan behouden. Mocht de hoofdstad vallen, dan zou dit het definitieve einde van de Assad-dynastie markeren, die meer dan vijftig jaar aan de macht is geweest.

De val van Assad, als die plaatsvindt, zal niet alleen een einde maken aan een van de meest hardvochtige regimes in het Midden-Oosten, maar ook een nieuw hoofdstuk openen in de geschiedenis van Syrië en de regio. Het is een hoofdstuk dat beladen zal zijn met complexe problemen en religieuze spanningen. Het herstellen van de stabiliteit en het bieden van gerechtigheid aan slachtoffers en het helen van de diepe wonden die door jaren van oorlog en onderdrukking zijn geslagen zal jaren gaan duren. Maar voor veel Syriërs is dit ook een moment van hoop, een kans om een toekomst op te bouwen die niet langer wordt gedomineerd door angst en tirannie.