Meer Nederlands in hoger onderwijs en beperking studiemigratie
Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) zet zich in om de Nederlandse taal weer centraal te stellen op hogescholen en universiteiten. Met de Wet internationalisering in balans (WIB) en strengere regelgeving wil hij de toegankelijkheid van het onderwijs verbeteren, de Nederlandse taalvaardigheid bevorderen en de blijfkans van internationaal talent vergroten. In een brief aan de Tweede Kamer benadrukt Bruins dat Nederland trots is op zijn internationale karakter, maar dat de groei van internationale studenten problemen veroorzaakt, zoals een tekort aan huisvesting en overvolle collegezalen. Bruins benadrukt dat maatregelen nodig zijn om de balans te herstellen.
Een belangrijke maatregel binnen het wetsvoorstel is dat bacheloropleidingen in Nederland minimaal tweederde van hun curriculum in het Nederlands moeten aanbieden, met maximaal een derde in een andere taal. Om een volledige opleiding in een andere taal aan te bieden, moeten instellingen toestemming vragen via de Toets anderstalig onderwijs (TAO). Deze toets biedt ruimte voor opleidingen in krimpregio's of tekortsectoren en voor studies met een inherent internationaal karakter. Bruins wil voorkomen dat uitzonderingen de norm worden en scherpt daarom enkele criteria aan.
Een ander doel van Bruins is om de blijfkans van internationale studenten te vergroten. Nederland kampt met een tekort aan arbeidskrachten, vooral in technische en bèta-sectoren, en het behouden van internationaal talent kan deze leemtes deels vullen. Bruins benadrukt dat kennis internationaal blijft, maar dat betere Nederlandse taalvaardigheid de integratie van internationale studenten bevordert. Momenteel blijft slechts 25% van de internationale studenten na vijf jaar in Nederland, waarbij taalbarrières vaak een rol spelen. Door taalvaardigheid te stimuleren, hoopt Bruins dat internationale studenten na hun studie makkelijker in Nederland aan de slag kunnen.
Tot slot wil het kabinet de instroom van internationale studenten vanaf 2026 beperken, mede vanwege bezuinigingen. Hogescholen en universiteiten krijgen hierbij een zekere mate van zelfregie en kunnen bijvoorbeeld vanaf studiejaar 2025/2026 een numerus fixus instellen voor anderstalige trajecten. Bruins werkt daarnaast aan bestuurlijke afspraken om onderwijsinstellingen te stimuleren hun internationale instroom te beperken, zodat ook op deze manier de bezuinigingsdoelen behaald worden.