Amsterdamse gemeenteraad gebukt onder bedreigingen en intimidatie

Brieven met hakenkruizen, bedreigende mails en geschreeuw vanaf de publieke tribune: een grote meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad (71 procent) zegt te maken te hebben met bedreigingen, intimidatie of ander soort ongewenst gedrag. Dat blijkt uit een onderzoek van AT5 onder 42 van de 45 raadsleden. Enkele van hen voeren ook gesprekken over eventuele veiligheidsmaatregelen. Bij onder andere Itay Garmy (Volt) is besloten deze ook daadwerkelijk te nemen. Ook het parttime karakter van het raadswerk lijkt onhoudbaar: "De vertegenwoordiging van Amsterdammers staat op het spel."

Het ontvangen van online haatreacties is voor veel raadsleden inmiddels al genormaliseerd: driekwart van de raad maakt dit regelmatig mee. Veel van hen zien dit als iets wat er nou eenmaal bij komt kijken wanneer je je verkiesbaar stelt: "Je moet wel een dikke huid hebben voor dit werk: als je die van tevoren nog niet had creëer je hem snel genoeg." 

Meerdere raadsleden zien een sterke toename van het aantal ontvangen haatreacties sinds de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023. Raadslid Süleyman Koyuncu (Denk) denkt dat mensen zich gesterkt voelen om racistische opmerkingen te maken sinds de landelijke winst van de PVV: "Collega’s van mij zijn na 22 november opgebeld met de opdracht te vertrekken uit Nederland."

Anderen zagen een toename in het aantal reacties sinds de start van de oorlog in Gaza, en sinds de discussie rondom de UvA-protesten van mei 2024. Ook vertellen veel raadsleden al bewust het gebruik van bepaalde - of zelfs alle - sociale media te vermijden. Vooral X, voorheen Twitter, wordt vaak genoemd als platform waar men veel haat over zich heen krijgt.

Carla Kabamba van Lijst Kabamba kan hierover meepraten: "Ik weet nog dat ik heel veel cartoonfilmpjes zag van inboorlingen met een bot door hun neus, die hele racistische cartoons van vroeger. Dat werd dan aan mij gekoppeld met een tag op Twitter."

Discriminatie
Zestig procent van de raad heeft daarnaast te maken met racistische, seksistische of op een andere manier discriminerende reacties of gedrag. Van de vrouwelijke raadsleden heeft 82 procent te maken gehad met discriminatie en/of seksistische reacties. Lian Heinhuis, fractievoorzitter van de PvdA, zegt zowel online als bij ontmoetingen te maken te hebben gehad met respectloos gedrag, zoals een voorval waarbij een oudere man haar weigerde aan te kijken en zich alleen richtte tot de mannelijke collega naast haar. Meerdere vrouwelijke raadsleden worden vaak op sociale media uitgescholden voor ‘hoer’, ‘slet’, of andere denigrerende termen.

Daarnaast zijn de reacties die raadsleden met een migratieachtergrond ontvangen vaak van racistische of discriminerende aard. Zo krijgt de fractie van Denk berichten waarin staat dat "moslims het ongedierte van de samenleving zijn en moeten worden uitgeroeid."

Raadslid Itay Garmy van Volt krijgt daarnaast veelvuldig te maken met antisemitische reacties. Dit nam verder toe sinds Garmy - een Joods raadslid - samen met Sheher Khan (een raadslid van Denk met een islamitische achtergrond) in de landelijke media veel aandacht kreeg voor het initiatiefvoorstel ‘Bekend maakt Bemind’. Hierin pleiten ze voor meer inzet vanuit de overheid  om ontmoetingen te faciliteren tussen verschillende groepen in de stad, zodat de dialoog over (bijvoorbeeld) de oorlog tussen Israël en Hamas verbeterd kan worden.

"Tijdens de campagne kreeg ik veel haatreacties op mijn identiteit, niet over mijn standpunten, maar over mijn Israëlische nationaliteit en Joods zijn. Naarmate ik steeds bekender werd, komt het vaker voor en zeker met de ontwikkelingen van afgelopen jaar", zegt Garmy.

Hij vervolgt: "Ik sta waar ik voor sta. Ik geloof in het pad wat ik volg. Ik heb mensen om mij heen die ik vertrouw en durf te vragen: vind je dat ik de goede dingen doe of niet? Dat is mijn moreel kompas. Ik ga me niet uit het veld laten slaan door dit soort idioten."

Het werk van Garmy raakt ook zijn familie. "Soms is het wel moeilijk. Soms is er een reactie en dat levert veel ophef op en dan ben ik daarmee bezig, terwijl ik ook nog twee banen heb, een sociaal leven probeer op te bouwen, probeer te sporten, een normale jongen van 30 probeer te zijn. Laatst - en dat vind ik echt lastig - vroeg mijn familie of zij nog wel veilig zijn, want dezelfde achternaam. Dat was wel de eerste keer in lange tijd dat ik het echt moeilijk had. Als dit soort dingen gaan gebeuren, mensen waar ik om geef zich niet veilig voelen, dan wordt het echt een probleem."

Een ander raadslid geeft aan veel last te hebben gehad van discriminatie op basis van zijn politieke voorkeur. Dit heeft zelfs geresulteerd in een huurbaas die hem een huis ontzag, problemen op de arbeidsmarkt, en vriendschappen die werden opgezegd. 

Gevoel van onveiligheid
Ruim een kwart (26 procent) van de raad zegt zich weleens onveilig te hebben gevoeld in hun werk. Dit wordt vaak veroorzaakt door doodsbedreigingen die ze ontvangen op sociale media, via de mail, telefoon, of de post. Imane Nadif, fractievoorzitter van GroenLinks, ontvangt bijvoorbeeld grafische moord- en verkrachtingsfantasieën in haar inbox. Zij geeft aan hier veel last van te ondervinden, en ziet ook dat de dagelijkse haat die ze ontvangt invloed heeft op haar omgeving. Verschillende raadsleden zeggen door bedreigingen en intimidatie bepaalde angsten te hebben ontwikkeld, of vaker op straat achterom te zijn gaan kijken.

Nadif: "In mijn eerste termijn had ik niet verwacht dat ik zoveel haatberichten, bedreigingen of intimidatie zou ontvangen. Het is moeilijk om dingen over jezelf te lezen. Het feit dat mensen gewoon openbaar op hun sociale media zeggen: ik wil dat jij onthoofd wordt, dat komt wel binnen. Ik heb ook twee kinderen en op een gegeven moment kreeg ik mailtjes van iemand die ging beschrijven hoe hij mij wilde vermoorden en martelen. Toen merkte ik dat ik bang was op straat om daar met mijn kinderen te lopen. Toen dacht ik wel: is dit iets wat ik wil blijven doen?"

Twaalf procent van de raadsleden geeft aan wel eens aangifte te hebben gedaan vanwege een bedreiging of reactie. "Op een gegeven moment werd het zoveel, dat ik er niet eens meer aan toe kom", zegt Nadif.

Het is de afgelopen jaren ook meerdere keren voorgevallen dat raadsleden zich onveilig voelden door geschreeuw en bedreigingen gemaakt door insprekers in vergaderingen, waarvan sommigen ook dreigend op raadsleden af zijn gestapt.  

Een boze burger heeft daarnaast weleens geprobeerd om een raadslid uit de oppositie een klap te verkopen. Ook zijn er intimiderende stickers op zijn huis geplakt. Raadsleden worden door het veiligheidsmeldpunt van de gemeente ook sterk geadviseerd om hun adres verborgen te houden. 

Polarisatie
Hoewel veel raadsleden de maatschappelijke polarisatie zien toenemen de afgelopen tijd, vinden zij dat deze polarisatie nauwelijks doorsijpelt naar de raad. Slechts 12 procent van de raad ziet wel een toename van politieke polarisatie in de raad. De grote meerderheid is tevreden met hoe er met elkaar wordt omgegaan binnen de Amsterdamse politiek, al helemaal vergeleken met andere grote gemeenten of de nationale politiek. Veel van de raadsleden zien zelfs een afname van polarisatie in de raad vergeleken met de vorige periode, tussen 2018 en 2022. Over de huidige periode benoemen raadsleden dat er scherp, maar inhoudelijk wordt gedebatteerd, en dat de onderlinge verhoudingen in de raad goed zijn.

Wel ervaart 29 procent van de raadsleden dat het debat in de raad de afgelopen tijd verhard is. Ook hier worden de Gaza-oorlog en de Tweede Kamerverkiezingen als aanleidingen voor genoemd.

Veelvuldig wordt door andere partijen naar Ja21 gewezen als het gaat over de harde debatten in de Amsterdamse raad. Op hun beurt vindt Ja21 het gros van de raad te jong en onervaren om een stempel te kunnen drukken op dossiers. Volgens meerdere raadsleden, van beide kanten van het politieke spectrum, zou het debat in de raad zelfs een stuk harder mogen worden gevoerd. Zo geeft een raadslid aan: "Mede door de overwegend linkse politieke kleur in de raad schuurt het soms te weinig, en zonder schuring kan er ook geen glans ontstaan."

Werkdruk
Twee derde van de raadsleden heeft het zo druk dat ze eigenlijk onvoldoende tijd hebben voor hun werkzaamheden. Amsterdamse raadsleden zijn gemiddeld 30 uur per week kwijt aan hun raadslidmaatschap, met zowel uitschieters naar boven de 40 uur, of naar onder de 20 uur. In principe staat er maar 16 tot 20 uur voor de functie van raadslid: het betreft namelijk een parttimebaan. 

Aangezien de vergoeding die raadsleden krijgen gebaseerd is op een parttime functie, is het voor de meerderheid van hen nog nodig om er ander werk naast te doen. Dit, in combinatie met voor velen een gezin, maakt het voor veel raadsleden moeilijk om hun hoofd boven water te houden. Dit heeft ook gevolgen voor de toegankelijkheid van het raadswerk. 

Volgens velen is het werk nu vrijwel alleen maar toegankelijk voor mensen die het kunnen combineren met een kantoorbaan. "Voor bepaalde groepen, bijvoorbeeld voor alleenstaande ouders of mensen met een praktisch beroep, is het nu onmogelijk om gebruik te maken van hun actieve kiesrecht." Met actief kiesrecht wordt hier bedoeld de mogelijkheid om jezelf verkiesbaar te stellen als raadslid. Dit leidt volgens anderen dan weer tot een oververtegenwoordiging van consultants en zzp’ers in de raad momenteel, wat zorgt voor een minder goede afspiegeling van de samenleving.  

Fulltime raadswerk
Een mogelijke oplossing voor deze werkdruk is om het raadswerk een fulltimefunctie te maken. Hier is 73 procent van de raadsleden voorstander van. Volgens veel raadsleden staat momenteel namelijk de representatie van de Amsterdammer op het spel. Aangezien er nu 45 deeltijd politici een begroting van 7 miljard, en 18.000 ambtenaren moeten controleren, heeft dit grote gevolgen voor de lokale democratie, stellen zij.

Volgens de Gemeentewet moet namelijk elke stad met meer dan 200.000 inwoners worden gecontroleerd door 45 raadsleden, wat het maximaal toegestane aantal is. In praktijk betekent dit dus dat Almere, met 226.500 inwoners, per 5033 inwoners één raadslid heeft die hun vertegenwoordigt. In Amsterdam, met 931.748 inwoners, moet één raadslid 20.705 inwoners vertegenwoordigen. Deze scheve vertegenwoordiging is volgens een raadslid van groot belang om in gedachten te houden bij discussies over dit onderwerp: "Het moet over de vertegenwoordiging van de Amsterdammer gaan, niet over onze individuele werkdruk."

De controlerende functie van de gemeenteraad staat onder druk, volgens een meerderheid van hen. Op de manier waarop de functie nu is ingericht, moeten raadsleden in ongeveer tweeënhalve dag vergaderen, zich daarop voorbereiden, onderwerpen agenderen, werkbezoeken doen én de wethouders en de burgemeester controleren.

"Het huidige model is niet houdbaar en zeer schadelijk voor de lokale democratie", aldus Suleyman Aslami van D66. Als lid van het presidium houdt hij zich veel bezig met dit onderwerp. Samen met de drie andere grote steden (Utrecht, Rotterdam en Den Haag) zijn ze in gesprek met het kabinet over een mogelijke herinrichting van het raadslidmaatschap voor de grootste vier steden (G4). Naast het raadslidmaatschap een fulltimefunctie maken, zou het ook een optie zijn om het aantal raadsleden te verhogen, de vergoeding te heroverwegen of de (ambtelijke) ondersteuning te verbeteren.  

Beroepspolitici
De overige 28 procent die geen voorstander is van het fulltime raadslidmaatschap, zegt dat de waarde van de functie juist zit in het deeltijdaspect ervan. Hierdoor ontstaat er geen stadsbestuur bestaande uit alleen beroepspolitici, en krijgen raadsleden de kans om door het werk wat ze ernaast doen met beide benen in de Amsterdamse maatschappij te staan: "Het is ook belangrijk dat raadsleden uit de gejaagde bubbel van de Stopera kunnen breken en meekrijgen wat er speelt in de stad", aldus een raadslid van de oppositie. Een ander raadslid dat zelf 18 uur per week kwijt zegt te zijn aan het raadswerk, en het ook liever parttime houdt, stelt: "Je moet kritische keuzes kunnen maken in wat je agendeert, men kan ook doorslaan in hun controlerende taak."

Rogier Havelaar, fractievoorzitter van het CDA is geen voorstander van een fulltimebaan als raadslid, maar ziet wel wat in meer raadsleden voor grote steden zoals Amsterdam. "Ik ben in oktober raadslid geworden en toen had ik nog een baan op 200 kilometer afstand van de stad in een managementteam. Het voordeel daarvan was dat ik in de auto heel veel commissievergaderingen terug kon kijken. Het nadeel was dat ik veel ballen in de lucht moest houden. Ik ben nu in Amsterdam gaan werken voor mijn eigen bedrijf omdat het Nederlandse bedrijfsleven het ingewikkeld vindt als je zegt: zullen we vanavond om 21:30 uur even bellen?"

Ook Remine Alberts (SP) is kritisch op hoe raadsleden nu hun tijd indelen: "Je kunt je met de politiek zo druk maken als je zelf wil, dat kan ook 24 uur per dag 7 dagen per week. Ik vind dat je duidelijke keuzes moet maken: je moet niet over alles alles willen zeggen. Als je dat doet, dan heb je het druk. Ik zeg: maak keuzes."

In een poging tot verlaging van de werkdruk, heeft er in Amsterdam afgelopen jaar wel een verandering in de vergadercyclus plaatsgevonden. In plaats van één keer per drie weken, vergadert de raad nu één keer per vier weken. 79 procent van de raad is voorstander van deze verandering, waardoor raadsleden een vergadervrije week hebben om werkbezoeken in te plannen. De andere 21 procent is hier geen voorstander van, en ziet dat vergaderingen hierdoor steeds voller raken, waardoor debatten vaker worden afgeraffeld. Dat de vergaderingen vol raken heeft daarnaast ook te maken met de versplintering van partijen in de raad, wat leidt tot een groot scala aan onderwerpen dat wordt geagendeerd.