Biatlete Simon pakt eerste wereldtitel, Bø domineert en pakt weer goud

In het Duitse Oberhof is zondagmiddag tijdens de wereldkampioenschappen biatlon in de mist gestreden om de wereldtitels op de achtervolging. Bij de mannen was dat in elk geval wat goud betreft bepaald niet spannend, bij de vrouwen zat die spanning er een stuk meer in.

Vrouwen
Denise Herrmann-Wick mocht als winnares van de sprint als eerste van start gegaan, luid aangemoedigd door de vele duizenden fans. De Zweedse Hanna Öberg mocht twee tellen later vertrekken, het duo werd gevolgd door de Zweedse Linn Persson (+0:26), de Noorse Marte Olsbu Røiseland (+0:31) en Marketa Davidova uit Tsjechië (+0:50). Bij de eerste schietbeurt lieten Herrmann-Wick en Öberg een schijf staan, waardoor Persson bijna aan kon sluiten, maar zij haakte toch weer een beetje af richting schietbeurt twee.

De tweede keer schieten zorgden ervoor dat Öberg en Persson met twee missers afhaakten, Herrmann-Wick nam met vijf treffers de leiding, terwijl de Française Julia Simon en Juni Arnekleiv uit Noorwegen met tien treffers de top-3 binnen kwamen. De derde schietbeurt, de eerste in staande positie, leverde Herrmann-Wick nog een misser op, terwijl Simon foutloos bleef en aan kon sluiten. De beslissende laatste schietbeurt dompelde de thuisfans in rouw: Herrmann-Wick schoot twee keer mis, Simon hield het bij één misser en pakte de leiding.

Simon's voorsprong was te groot om zich nog zorgen te maken en de Française ging op weg naar haar eerste wereldtitel. De Duitse Sophia Schneider leek achter Herrmann-Wick voor het podium te gaan, maar na twee missers bij de laatste schietbeurt werd ze toch voorbijgestreefd door Røiseland, die op haar beurt landgenote Ingrid Landmark Tandrevold afschudde. Simon pakte het goud, Herrmann-Wick hield wel stand voor zilver en Røiseland ging met brons naar huis.

Mannen
De gebroeders Bø eindigden met een 1-2'tje in de sprint: Johannes won en mocht dus als eerste op pad, Tarjei volgde veertien seconden later. Hun Noorse landgenoten Sturla Holm Lægreid en Johannes Dale vertrokken na 39 en 43 seconden, gevolgd door de Oekraïner Dmytro Pidruchnyi (+0:53) en de vijfde Noor, Vetle Sjåstad Christiansen (+0:59). Bij de twee liggende schietbeurten veranderde er voorin weinig: Johannes én Tarjei schoten beiden tien keer raak en hielden hun posities, Lægreid deed hetzelfde en eigenlijk viel alleen Dale met een misser wat weg.

De rest van de wedstrijd kan wat Johannes Bø betreft makkelijk samen worden gevat: álles ging raak en nog razendsnel ook, dus hij pakte met grote overmacht het goud. Broer Tarjei schoot er bij de derde schietbeurt twee naast en zag de foutloze Lægreid ruimschoots passeren, wat de Noor ook vast wist te houden: hij pakte op een dikke minuut het zilver. Tarjei werd vergezeld door Christiansen en de Zweed Sebastian Samuelsson. Bij de laatste schietbeurt schoten ze alledrie twee keer mis, maar Samuelsson was het rapst op de ski's en veroverde het brons.