Skeletonster Bos grijpt 0,01 seconde naast wereldtitel, maar pakt historisch zilver

Op de historische ijsbaan in het Zwitserse St Moritz, waar de enige echte natuurbaan ter wereld afdaalt naar het dorpje Celerina, is vrijdag het wereldkampioenschap skeleton beslist. Bij de mannen was dat allemaal niet zo spannend, maar bij de vrouwen werd het een werkelijk okselklotsende ontknoping.

Mannen
De Brit Matt Weston ging na de openingsdag ruim aan de leiding met 1,13 seconden voorsprong op de Italiaan Amedeo Bagnis en 1,30 op landgenoot Marcus Wyatt. Verder deden vooral de Zuid-Koreaan Jung Seung-gi (+1,31) en de derde Brit, Craig Thompson (+1,38), nog mee voor de podiumplekken.

In de derde run, de eerste van de vrijdag, verstevigde Weston zijn positie nog maar eens behoorlijk. Bagnis hield plek twee wel vast, maar stond al op 1,61 seconden van Weston, die zonder crash in de laatste run zo goed als zeker was van de wereldtitel. Thompson kende een fantastische afdaling en steeg naar plek drie op 1,75 seconden, voor Jung (+1,81) en Wyatt (+1,97), die dus twee plekken verloor.

In de beslissende vierde run maakte Mattia Gaspari grote indruk: de Italiaan, die weer helemaal terug is na maar liefst drie jaar blessureleed, verzekerde zich van een zevende plek, vlak achter de Chinees Yan Wengang, winnaar van olympisch brons in eigen huis vorig jaar. Wyatt verdedigde zijn plek, Jung ging er met 0,21 seconden onderdoor.

Thompson vloog op zijn nieuwe slee, maar kwam nét tekort: 0,01 seconde achter Jung, die daarmee zeker was van een medaille. Met een vierde prachtige run bekroonde Bagnis de week van zijn sportieve leven: 0,67 seconden sneller en het zilver was binnen. Weston mocht het afmaken en, gecoached door legende Martins Dukurs, maakte gehakt van de concurrentie: met 1,79 seconden kroonde de Brit zich tot wereldkampioen.

Vrouwen
Na twee runs was de leiding in handen van de Duitse Susanne Kreher, op papier juist de minste van de vier Duitse toppers. Het Canadese duo Mirela Rahneva en Jane Channell volgde op 0,39 en 0,50 seconden, met de Nederlandse Kimberley Bos op 0,54 seconden ook nog volop in de strijd om de medailles, net als de Duitse Tina Hermann (+0,59) en de Oostenrijkse veterane Janine Flock (+0,64).

In de derde run behield Kreher haar positie, maar Channell wipte met een achterstand van 0,54 seconden over teamgenote Rahneva heen (+0,70). Bos maakte een foutje bij het uitkomen van de beruchte Horseshoe-bocht, maar kende verder een bijzonder sterke run en wist het gat naar Kreher stevig te verkleinen: het was nog 0,25 seconden en ze schoof op naar de tweede plek. Ook Flock schoof naar voren: vierde op 0,69 seconden van Kreher, voor Rahneva en Hermann.

Met de Duitse Jacqueline Lölling aan de leiding begon de strijd om de medailles in de vierde en laatste run, waarbij Hermann het voortouw nam door in elk geval haar positie te verdedigen. Rahneva bleef 0,21 seconden voor de Duitse en wipte met 0,04 seconden over Flock en met 0,35 seconden over Channell heen - laatstgenoemde zakte zo zelfs drie plekken terug, uit de medailles.

Als voorlaatste kwam Bos de baan op en met een nog véél betere run dan eerder op de dag snelde ze met maar liefst 0,83 seconden naar de leiding en dus een zekere - en historische - Nederlandse WK-medaille. Of dat zilver of zelfs goud werd lag in de handen van Kreher, die iets minder hard ging...maar precíes genoeg over hield: de Duitse pakte met één honderdste van een seconde de zeer verrassende wereldtitel, voor Bos en Rahneva.