Opnieuw forensisch team naar Oekraïne voor onderzoek oorlogsmisdaden

Een Nederlands forensisch en opsporingsteam (FO-team) is zojuist naar Oekraïne vertrokken. Het 40-koppige team gaat daar verder met het onderzoek naar oorlogsmisdrijven. In mei deed het team dit ook al. Het onderzoek gebeurt op verzoek van Oekraïne, onder de vlag van het Internationaal Strafhof (ICC).

Het FO-team bestaat onder meer uit forensische, digitale en tactische rechercheurs van de marechaussee, aangevuld met experts van andere defensieonderdelen. Ze doen onderzoek en stellen bewijs veilig. Ook nemen ze getuigenverklaringen op, doen DNA-onderzoek en verzamelen digitale informatie van bijvoorbeeld camera’s en computers. Uit die bewijslast moet blijken of vervolging mogelijk is.

Het Nederlandse team ondersteunt verder de planning van soortgelijke missies van andere landen. Dit helpt bij het onderling afstemmen van het onderzoekswerk van het ICC en bij het zo snel mogelijk verzamelen van bewijs van oorlogsmisdaden.

Risico’s
De inzet gebeurt in gebieden die onder controle staan van de Oekraïense strijdkrachten. Ook zijn er geen directe confrontaties met Russische militairen te verwachten. Toch ’is het forensisch en opsporingswerk niet zonder risico’s, want ook in deze gebieden kunnen Russische (raket)aanvallen voorkomen.

Bovendien zijn niet geëxplodeerde munitie en boobytraps een gevaar. Mocht de veiligheidssituatie veranderen en inzet niet meer verantwoord zijn, dan kan het team worden teruggehaald.

De bewindslieden laten weten zich bewust te zijn van de risico’s. Maar het kabinet wil inbreuken op de internationale rechtsorde niet onbestraft laten. Het FO-team levert daar namens Nederland een belangrijke bijdrage aan.

Dit tweede onderzoek duurt in principe 6 weken. Hierna volgen ook nog een derde en vierde keer in het voor- en najaar van 2023.